Misschien ben je al bekend met de termen in, out of at the money. Zo niet, dan is dit bericht een must-read (als je aspireert om winstgevend met opties te handelen tenminste). Al wel bekend? Lees het dan toch ook nog een keertje ;-), een beetje opfrissen kan immers geen kwaad…. Goed, de moneyness van een opties: De moneyness van een optie, geeft beleggers snel aan of een optie winstgevend expireert of niet. Een at the money (ATM) optie is een optie waarbij de uitoefenprijs dicht tegen, of op, de onderliggende waarde ligt. Een calloptie op Shell met uitoefenprijs van 30 euro, is at the money als een aandeel Shell 30 euro kost. Hetzelfde geldt overigens voor een put met een uitoefenprijs van 30 euro. Wanneer een calloptie op Shell een uitoefenprijs heeft van 40 euro, terwijl de koers van Shell op 30 euro per aandeel staat, is de optie out of the money (OTM). In deze situatie is het voor de optiehandelaar niet rendabel om de optie uit te oefenen. Hij kan de aandelen immers goedkoper op de markt kopen tegen 30 euro terwijl zijn optie het recht geeft om de aandelen tegen 40 euro per stuk te kopen. Een calloptie is in the money (ITM) wanneer het voor de handelaar wél interessant is om de optie uit te oefenen. Een calloptie op Shell, met een uitoefenprijs van 25 euro noemen we ITM als de koers van Shell boven de 25 euro staat. Het is dan logischer om de optie uit te oefenen, in plaats van de aandelen direct op de markt te kopen Voor puts werkt het precies omgekeerd. Een put is in the money, wanneer uitoefenprijs boven de prijs van de onderliggende waarde staat. Een put op Shell met een uitoefenprijs van 40 euro, is in the money wanneer de koers van Shell onder de 40 euro noteert. Het is dan aantrekkelijker om de optie uit te oefenen. Een put is out of the money wanneer de uitoefenprijs lager ligt dan de marktwaarde van het onderliggende aandeel. Een put op Shell met een uitoefenprijs van 30 euro noemen we out of the money wanneer de koers van Shell boven de 30 euro staat.