Daimler crash Er zijn maar 2 manieren om een economie te laten groeien: een stijging van de beroepsbevolking of een stijging van de productiviteit. Er bestaat geen fee met een toverstokje dat op een andere manier de economie kan doen groeien. Het is dan ook verontrustend om te zien hoe erbarmelijk het gesteld is met de westerse economieën waar centrale banken niet tegenop kunnen. Om het bbp te vergroten, moet je dus meer producten maken. Daarom noemt het ook bruto binnenlands product. Dit kan door efficiënter te werken of door meer mensen aan het werk te zetten. Westerse economieën slagen er maar niet in om voldoende economische groei te realiseren, net op het moment dat ze het broodnodig hebben. Hoe komt dat eigenlijk? En dat zelfs de centrale banken niet meer kunnen helpen, bewijzen deze 4 verontrustende feiten.

  • De productiviteitsgroei in de VS was tussen 2007 en 2015 gemiddeld 1,2% per jaar, ver onder het langetermijngemiddelde van 2,1%. Dit komt omdat de economie evolueert van een productie-economie naar een diensteneconomie.
  • De laatste 2 jaren lag de productiviteitsgroei in de Verenigde Staten zelfs maar op 0,60%. Dit toont aan dat het voor de ontwikkelde landen steeds moeilijker wordt om productiever te werken. Het economische model heeft zijn limieten.

Productiviteitsgroei

  • In 2014 was 65,9% van de bevolking in Europa tussen 15 en 64 jaar, dit daalt naar 56% tegen 2050. Aangezien het geboortecijfer hetzelfde blijft, betekent dit dat er vooral meer ouderen bijkomen. Steeds minder werkenden moeten dus (meer) belastingen betalen voor steeds meer ouderen.

Europa wordt ouder

  • Steeds meer jongeren verlaten de arbeidsmarkt om te zorgen voor hun familie, omdat de nood er is en omdat er geen jobs te vinden zijn. Zo wordt de afhankelijkheidsgraad nog groter.

Bovenstaande trends zijn al decennia lang gaande en zullen niet van de ene op de andere dag verdwijnen. Deze trends maken dat de centrale bankiers vechten tegen de bierkaai aangezien ze voor lange tijd tegenwind mogen verwachten van demografische factoren.