Als je wil weten wie de Amerikaanse presidentsverkiezingen in november gaat winnen, hoef je alleen maar naar de aandelenmarkten te kijken. Volgens Daniel Clifton (Strategas Research Partners) heeft de S&P 500 de President 19 van de 22 afgelopen verkiezingen juist voorspeld. De voorspellingsmethode is eigenlijk heel simpel: als aandelen in de periode drie maanden voor de verkiezingen stijgen, wint de zittende partij; als aandelen over deze periode dalen zal een nieuwe partij het Witte Huis bestieren. Laten we alvast stellen dat de eindrace gelopen zal worden tussen Hillary Clinton als vertegenwoordiger van de Democraten en Donald Trump aan de Republikeinse zijde. Als aandelen een stijging laten zien tussen 8 augustus en 8 november, zal Clinton’s overwinning waarschijnlijker zijn. In het andere geval, leert deze techniek ons, zou President Trump realiteit kunnen worden. Volgens Clifton: “Intuïtief is deze methodiek zinvol. Als de economie verzwakt, zullen aandelen normaal zakken en daar zal de zittende partij onder lijden. Bovendien, als het ernaar uit ziet dat een nieuwe partij het Witte Huis gaat betreden, zal een wisseling van de wacht extra onzekerheid meebrengen voor beleggers, totdat de nieuwe President zichzelf wat meer vestigt.” “Daarnaast hebben wij geconstateerd dat bij ‘open’ verkiezingsjaren, wanneer geen zittende president zichzelf beschikbaar kán stellen voor herverkiezing, aandelenmarkten het moeilijker hebben dan in herverkiezingsjaren en niet-verkiezingsjaren. Interessant genoeg hebben aandelenmarkten gerallied in de voorgaande twee (uitzonderlijke) gevallen waarin een politieke partij een derde termijn mocht invullen. “ Dus, zoals Clifton opmerkt, ontstaat hier een kip-ei situatie. Aandelen zijn geneigd te reageren op de economie: beleggers betalen meer wanneer toekomstige winstverwachtingen stijgen en minder wanneer deze verwachtingen dalen. De presidentiële strijd, reageert vervolgens op deze economische bewegingen. Als kiezers zich goed voelen over de economie, zijn zij eerder geneigd voor de zittende kandidaat en partij te kiezen, terwijl economische krimp de kiezer eerder richting de vernieuwende partij zal jagen. Het is daarom misschien niet zozeer dat aandelen de verkiezingsuitslag ‘voorspellen’, maar de markt is eerder een reflectie van heersende economische trends. En dit beïnvloedt vervolgens weer de stem van de kiezers. Dit alles leidt ons terug naar een bekende wijsheid in politieke kringen: “Het ligt aan de economie, stomkop”