(ABM FN-Dow Jones) Het aandeel Altice veerde deze week op, nadat maandag mogelijk een bodem is bereikt. 

Volgens sommige analisten heeft de koers van het Franse kabelbedrijf met een hoge schuldenlast eigenlijk bijna geen bodem. 

Altice zakte maandagmiddag onder het niveau van 6,50 euro, maar schoot toen weer met zo’n 20 procent omhoog. Is daarmee de spreekwoordelijke bodembel geluid?

Het is volgens sommige analisten de vraag of die bodem er wel is. 

Het kabelbedrijf van de Fransman Patrick Drahi, dat in 2014 de Amsterdamse beurs betrad om nog meer overnames te kunnen financieren, waarschuwde al meteen voor zijn grote hefboom met bijbehorende kansen en risico’s. Aanvankelijk steeg de koers van het aandeel hard, wat precies wat was Drahi voor ogen had voor zijn overnamemachine. Echter de koers was ook zonder meer volatiel.

Dat manische karakter heeft onder meer te maken met de hoge schulden van het kabelbedrijf. Het bedrijf heeft in totaal 50 miljard euro aan schulden, waar dit jaar naar verwachting meer dan 23 miljard euro omzet en een EBITDA-resultaat van ruim 9 miljard euro tegenover staat. 

Het lastige is dat Altice na forse verliezen in de afgelopen jaren geen eigen vermogen meer heeft om nog meer verliezen of tegenvallende resultaten op te vangen. Het eigen vermogen was eind vorig jaar 2,5 miljard euro negatief. Normaal gesproken dreigt dan faillissement en het risico dat aandeelhouders al hun geld kwijt zijn. 

Het gebrek aan reserves zien we terug in de berekeningen van Morgan Stanley. De bank verlaagde zijn waardering voor het bedrijf met 6 procent, maar door de hefboomwerking van de hoge schuld ging het koersdoel daardoor met 26 procent omlaag, van 13,50 euro tot 10,00 euro.  De kloof tussen het optimistische en pessimistische scenario werd wijder: het aandeel kan over een jaar 25,40 euro waard zijn, of 3,30 euro, aldus de Amerikaanse zakenbank.  Dat hangt af van de marge-ontwikkeling en de hevige concurrentiestrijd in Frankrijk, maar wordt ook beïnvloed door factoren zoals een stijgende rente.

Begin vorige maand meldde Altice voor tegenwind in Frankrijk, waar klanten weglopen na ongevraagde prijsverhogingen en slechte dienstverlening. De omzet viel tegen en de aandelenkoers halveerde in twee weken tijd. 

Oprichter Drahi, die zijn meerderheidsbelang in het bedrijf kort daarvoor nog uitbreidde tot bijna 61 procent, keerde spoorslags terug als topman. Hij erkent dat er fouten zijn gemaakt bij de uitvoering van de strategie in Frankrijk, onder andere door de prijzen voor zijn zenderpakketten te verhogen, terwijl concurrenten Orange, Bouygues en Iliad met prijzen stunten. Ook de klantenservice van het kabelbedrijf laat te wensen over.

Altice moet vrezen dat de omzet in Frankrijk verder daalt, als meer klanten weglopen. Het zal tijd kosten om de commerciële bij de Franse dochter SFR te wijzigen. Drahi klaagde er al over dat het in Frankrijk niet zo makkelijk is om slechte medewerkers te laten vertrekken en de goede te laten blijven. De Franse minister van Financiën Bruno Le Maire zei vorige maand al “waakzaam” te zijn voor de werkgelegenheid bij Altice. 

Het bedrijf heeft vorig jaar al aangekondigd dat het één derde van de 15.000 medewerkers bij SFR naar huis wil sturen en zou daarmee straks 400 miljoen euro per jaar moeten besparen.  Extra ontslagen zitten er niet, want er dreigen nu al stakingen: maandag meldden Franse media dat de ondernemingsraad van SFR een motie van wantrouwen heeft ingediend tegen het bedrijfsbeleid.

Morgan Stanley verwacht dat de omzet en het bedrijfsresultaat eerst verder zullen verslechteren, voordat deze weer verbeteren, mogelijk in de tweede helft van 2018, wanneer  SFR de rechten op Champions League binnenhaalt. Groei van het bedrijfsresultaat bij Altice wordt op zijn vroegst in 2020 voorzien. Pas als de Franse omzet weer groeit en de schulden echt dalen, zal de bank weer positiever worden dan het huidige advies Gelijkgewogen. 

Om de schuld te laten dalen moeten er activiteiten worden verkocht. Altice gaat dat doen, met name in Europa, zei CFO Dennis Okhuijsen vorige maand. Een klein Zwitsers onderdeel is al verkocht, en de Franse en Portugese zendmasten staan op de nominatie. Die kunnen 3 tot 4 miljard euro opbrengen, volgens analisten van RBC. Samen met een mogelijke verkoop van de activiteiten in de Dominicaanse Republiek, die in 2014 werden aangekocht, zou dit de schuld van Altice met zo’n 10 procent omlaag kunnen worden gebracht. 

Ook analisten van Barclays vonden vorige week Altice nog niet overdreven goedkoop. Bij geleidelijk herstel in Franrijk en meer groei in Amerika zou het aandeel 9 à 11 euro waard zijn,  maar met het gedeukte imago in Frankrijk, is een koers rond 7 euro nog niet echt een buitenkans, vinden ze.

Waarderingen tussen 3 en 25  euro bieden in elk geval weinig houvast voor aandeelhouders die ongeduldig wachten op de bodem, om eventueel weer in te kunnen stappen.

Technisch analist Edward Loef dacht dat de opleving van de koers op 6,50 euro maandag te maken kon hebben met de laagste koers ooit voor Altice van 6,20 euro, kort na de beursintroductie in maart 2014. Zo lang de koers daarboven blijft, zijn de koersrisico’s uit technisch oogpunt relatief overzienbaar. Als het aandeel naar een nieuw dieptepunt zou zakken, dan wordt de situatie bij Altice pas echt onbeheersbaar, aldus Loef.

Dat biedt perspectief voor beleggers die speculeren op verdere koersdalingen. En die zijn er zeker, zo blijkt uit het short register van de Autoriteit Financiële Markten, waarin AQR Capital Management en AHL Partners staan met shortposities van respectievelijk 2,14 en 0,60 procent. Partijen hoeven echter pas een shortpositie te melden als die 0,5 procent of groter is.

Deze week sloot het aandeel Altice krap 10 procent hoger op 7,33 euro.

Door: ABM Financial News.
info@abmfn.nl
Redactie: +31(0)20 26 28 999

© Copyright ABM Financial News B.V. All rights reserved. Any redistribution, duplication or archiving prohibited. ABM Financial News B.V. and the provider of this website/application do not warrant the accuracy of any News Content provided and shall not be liable for any errors, inaccuracies or delays in the content, or for any actions taken in reliance thereon.