Mario Draghi verklaarde recent dat de Europese Centrale Bank alles zal doen wat in haar kunnen ligt om de Euro als een stabiele munt te handhaven. De ECB-president wees er op dat de centrale bank op dat vlak al heel wat heeft gedaan, onder andere door 200 miljard euro aan schulden van Eurolanden over te nemen. Volker Wieland van het House of Finance research center in Frankfurt kan het standpunt van Draghi wel begrijpen. Het is uiteindelijk niet de taak van de centrale bank om de marktomstandigheden voor sommige landen te vergemakkelijken en voor andere landen niet. Ingrijpen wanneer er een dreiging van deflatie komt Volgens Wieland kan quantative easing verantwoord zijn wanneer er (vrees voor) deflatie opduikt, maar die is er momenteel niet. Daarom kan hij goed begrijpen dat vooral de BuBa momenteel niet moet weten van een verdere verruiming van de monetaire politiek. Het is nu aan de individuele landen om zelf orde op zaken te stellen en daarbij kijkt Wieland op de eerste plaats naar Italië. De tijd tikt ongenadig tegen president Mario Monti, die binnen afzienbare tijd met verkiezingen dreigt te worden geconfronteerd. De markten willen meer zekerheid over de gang van zaken in de individuele staten en wanneer die niet wordt gegeven kan de situatie bangelijk blijven.