Wie ons werk al jaren volgt, weet inmiddels dat we ons in een seculaire berenmarkt voor aandelen begeven. Dit kan men aan verschillende zaken afleiden. Op de eerste plaats de nominale waardering van aandelen in het algemeen, die zich beduidend onder de piekniveaus van rond de eeuwwisseling begeven. Vervolgens is er de fundamentele waardering. Is een aandeel goedkoop of duur geprijsd? De meest gebruikte graadmeter is de koerswinstverhouding. Oftewel: hoeveel maal de (jaar)winst wordt er betaald voor een onderneming? In tijden van voorspoed op de beurzen (Bull Markets) wordt er systematisch opgeboden door beleggers, waardoor de koerswinstverhouding fors kan oplopen. Tijdens seculaire berenmarkten (Bear Markets) heeft er een omgekeerde beweging plaats. Op bovenstaande grafiek (klik op de grafiek voor de grote versie), komende van The Big Picture blog van Barry Ritholtz, wordt de koerswinstverhouding cyclus weergeven over de afgelopen 100 jaar. De koerswinstverhouding (P/E ratio) onderging in voorgaande berenmarkten telkens een forse correctie. Als we de voorgaande bodems vergelijken met het huidige niveau, dan zitten we vandaag slecht halverwege de berenmarkt. De gemiddelde koerswinst zit vandaag nog steeds rond 15x, terwijl de bodem van de P/E ratio bij vorige Bear Markets telkens flink onder 10x lag.