Spanje, too big to fail, too big to bail, kwam eerder vandaag met zonniger nieuws naar buiten dan we van het mediterraanse land inmiddels gewoon zijn. Wat was dan wel de blijde boodschap? We staan geregeld stil bij individuele lidstaten van de Eurozone. En hoewel wij bij Spanje het liefst denken aan zonnige stranden, mooi weer en siësta’s, zijn wij dankzij de euro tegenwoordig sterker dan ooit betrokken bij het wel en wee van van dit met een hardnekkige recessie, danwel depressie worstelende Zuid-Europese land. Wat was het goede nieuws? Uit een eerste, officiële meting bleek vandaag dat Spanje uit de recessie is gekropen.
Groei van 0,1 procent
Groei is groei, wat iemand er verder ook van denkt. De Spaanse economie is, na negen kwartalen op rij sterk te zijn gekrompen, in het derde kwartaal met maar liefst 0,1 procent gegroeid. Toegegeven, als we het afronden, dan is het feitelijk nul. Maar zoals gezegd: groei is groei en voor de Spanjaarden is dit toch een eerste lichtpuntje. De werkloosheid, die neemt helaas ook nog steeds toe. Niet best in een land waar de werkloosheid al torenhoog is, maar het tempo van de toename zwakte af tot… eveneens 0,1 procent. Hanteren we ook hier dezelfde afronding, dan komen we dus ook uit op nul. Oftewel, de werkloosheid blijft feitelijk vlak, op een gevaarlijk hoog (26,5 procent) niveau. Let wel: dit betreft een eerste raming, bijstellingen zijn meer regel dan uitzondering, dus het is echt te vroeg om te juichen, maar als we afgaan op deze eerste indicatie durven we toch wel de stelling aan dat het land economisch gezien stabiliseert. En dat is voor wie een korte blik in de achteruitkijkspiegel werpt, voor een land als Spanje al heel wat. Het GROEIMARKTEN RAPPORT laat Spanje links liggen. Welke landen wél op het lijstje staan, dat leest u hier