De economische groei hapert in de Eurozone. De ECB hoopt het herstel een zetje in de goeie richting te geven met een renteverlaging, en krijgt kritiek uit (vooral) Duitsland en Nederland. Het wil nog niet echt vlotten met het economisch herstel in de Eurozone: een heel aardig Q2 werd onlangs opgevolgd door een matig Q3. De ECB nam de verrassende stap door zijn belangrijkste rentetarief te verlagen met 0,25 procent, maar dat besluit was verre van unaniem. Onder andere Duitsland en Nederland stemden tegen, omdat de inflatie in die landen daarvoor te hoog zou zijn.
Eurozone: ‘one size fits none‘
Helaas voor beide landen: daar had Draghi geen boodschap aan. De ECB topman stelde terecht dat de ECB opereert vanuit een Europees perspectief en niet vanuit een individueel lidstaat perspectief. Dat is één van de makke van de euro: individuele verschillen zullen altijd blijven bestaan, maar daar kan geen beleid op worden gemaakt. Dat betekent dat voor de, economisch veelal wat sterkere Noord-Europese landen een te lage rente, terwijl voor Zuid-Europa geldt dat de rente niet laag genoeg kan zijn. Aangezien ook Frankrijk de rol van economisch zwakke broeder heeft aangenomen, ligt het Franse belang veelal gelijk aan die van landen als Spanje, Italië en Portugal. De meerderheid beslist, en die meerderheid bevindt zich momenteel aan de kant van de zwakke Europese economieën. Wederom oplopende spanningen dus in de Eurozone tussen sterke en zwakke lidstaten. We zien uit het gesputter van Duitsland en Nederland niet direct aanleiding om opnieuw te rekenen op sterk oplaaiende euro-conflicten, maar een vinger aan de pols houden valt beslist aan te bevelen. Spreiding van uw vermogen is belangrijker dan ooit. De euro is zeker nog niet in veilig vaarwater. Een deel van uw vermogen in goud investeren is altijd aan te raden