‘Ik denk dat we de bodem hebben bereikt, dan denk ik echt’, zei Mark Haines op 10 maart 2009. De ‘Haines Bottom’, is inmiddels een legendarische term. En met de kennis van nu zeggen inmiddels velen dat er destijds duidelijke redenen waren om de bodembel te luiden. Weinig van hen deden dat ook daadwerkelijk. Sommige experts wezen erop dat grondstoffen tekenen van verbetering toonden. Weer anderen stipten aan dat insiders bij grote bedrijven aandelen kochten, zoals General Electric, Wells Fargo en Bank of America.
Voorspelling rally
Hoe het er destijds ongeveer uitzag? De S&P 500 bereikte op 6 maart een intraday-niveau van 666 punten. En dit vanaf de high van 1576 punten op 11 oktober 2007: een daling dus van grofweg 57 procent. Het probleem was dat er destijds al een rally was geweest; van halverwege november 2008 tot eind 2008 steeg de Amerikaanse S&P 500 met 20 procent. Een winst die echter snel weer teniet werd gedaan. In de week die eindigde op 6 maart 2009 was de S&P 500 met 7 procent gedaald. Dit was de meest slechte week sinds november 2008. Lees hier alles over de trends om dit jaar rekening mee te houden Ook maandag 9 maart begon niet bijzonder veelbelovend. De S&P 500 sloot de dag af op ruim 676 punten, maar dat een bodem was bereikt was niet duidelijk. Dat maakte vooral de call van Mark Haines de dag erna zo bijzonder. ‘Het belangrijkste voor mij is het 200-daags gemiddelde van de Dow’, vertelde Mark Haines erover. ‘We bevinden ons nu op 67 procent van het 200-daags gemiddelde. 67 procent van het 200-daags gemiddelde is een mooie plek om herstel te verwachten. Ik denk dus dat we een rally zullen ervaren.’ De markt steeg die dag enorm. Regionale banken stegen 16 procent, bouwers met 12 procent en REITs met gemiddeld 14 procent. Haines is inmiddels overleden. Hoe hij denkt over de huidige stand van de markt en wat zijn voorspelling daarbij is, zullen we helaas dus nooit weten.