Na een lang economisch gevecht lijkt de strategie van Mario Draghi eindelijk zijn eerste vruchten te gaan afwerpen. Een strategie dat investeerders uit de obligatiemarkt moet drijven, zoekende naar nieuwe investeringsmogelijkheden in andere ‘risicovollere’ segmenten van de markt. Geld moet niet voor lange tijd vastgezet worden in obligaties. Het moet door de markt rollen. De omloopsnelheid ervan moet omhoog waarbij schaarste eraan geen optie mag zijn. Deze methode zal ervoor moeten zorgen dat een deflationair drama uitblijft. Een economie dat gefundeerd is op schulden kan alleen standhouden indien er continue inflatie heerst. Schulden worden hierdoor langzaam weg geïnflateerd evenals bezittingen. Indien het gewicht van schulden blijven toenemen door deflatie, zal het op termijn zelfs niet meer mogelijk zijn om de rente op deze schulden te kunnen betalen. Dit scenario moet kosten wat het kost vermeden worden. Het goede nieuws uit Europa nu is dat fabrikanten voor het eerst in 8 maanden hun prijzen verhoogden. De gemiddelde verkoopprijzen in de eurozone gingen omhoog. Ook de inkopersindex, een indicator dat het vertrouwen van inkoopmanagers weergeeft, geeft een goed signaal af met 52 punten. Een getal boven de 50 wordt gezien als een teken van vertrouwen en groei.
Kostbare strategie Mario Draghi lijkt te werken
Het monetaire verruimingsbeleid van Mario Draghi dat 1.100 miljard euro mag kosten is duur betaald, maar lijkt nu wel zijn eerste vruchten af te werpen, iets wat ook al in verschillende regio’s binnen Europa teruggevonden kan worden op de arbeidsmarkt. Een trend van herstel lijkt hier nu echt gezet te zijn. Voor het eerst in vier jaar is het Europa gelukt om een grotere groei neer te zetten dan de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk. De grote verrassing in Europa is Spanje, het land dat het grootste herstel neerzette. De Bundesbank heeft alle vertrouwen uitgesproken over eigen land dat verwacht dat het deze robuuste groei zal voortzetten. Ondanks het goede nieuws zijn er ook nog de zorgkindjes zoals Italië waar de werkloosheid nog steeds dicht bij recordhoogtes ligt, Frankrijk dat steeds minder produceert en last but not least Griekenland dat op de rand van de afgrond staat. Voor de laatste trends verwijzen we u naar ons trends rapport voor 2015.