Longmay Mining Holding Group zet binnen drie maanden 100.000 van de 240.000 werknemers op straat, zo meldt de China Daily. Longmay is de grootste kolenmijner in Noordoost-China. Het massaontslag is een van grootste in de afgelopen jaren. Volgens de directeur van Longmay, Wang Zhikui, is de maatregel noodzakelijk “om het bloeden te stelpen”. Het bedrijf gaat eveneens niet-kolengerelateerde bedrijfsonderdelen in de verkoop zetten om de schuldenlast terug te dringen. Ondanks eerdere herstructureringen rapporteerde Longmay over 2014 een verlies van zo’n 5 miljard yuan, ofwel $ 815 miljoen. Sinds de kolenprijzen in 2012 begonnen te dalen heeft Longmay het zwaar. Volgens Deng Shun, analist bij energieconsultant ICIS C1 Energy, is het bedrijf een van de vele traditionele staatsbedrijven in de kolenindustrie die geconfronteerd worden met problemen. Deng waarschuwt eveneens voor de sociale problematiek die het massaontslag met zich meebrengt. Afgelopen week rapporteerde de Wall Street Journal al een forse toename in de meldingen van arbeidsprotesten en stakingen. Voor 2015 staat de teller al op meer dan 1.600 incidenten tegen 1.379 over heel 2014.
Geholpen door enorme salarisverschillen trokken met name jonge Chinezen massaal naar de stad. Waar in 1978 nog slechts 18% van de bevolking in steden woonde, zijn nu maar liefst 55% van de 1,37 miljard Chinezen stadsbewoners. Maar na jarenlange loonstijgingen is China geen lagelonenland meer. Volgens de Chinese Academie van Sociale Wetenschappen liggen de salarissen in China tot wel zes keer hoger dan elders in Zuidoost-Azië. Bedrijven verplaatsen de fabricage van arbeidsintensieve producten in toenemende mate naar landen als Vietnam en Cambodja. Het fenomeen van stagnatie doordat de lonen niet meer competitief zijn staat ook wel bekend als de ‘middle income trap‘. Daar komt bij dat er een groot verschil ligt tussen de vaardigheden die werkgevers vragen en werknemers bieden. Peng Xizhe, professor bevolkingsontwikkeling aan de Universiteit van Shanghai:
Er is een brede structurele onbalans in de Chinese arbeidsmarkt. Er is een tekort aan laagopgeleide werknemers en een verzadiging van hogeropgeleiden. We zien afgestudeerden worstelen om werk te vinden, terwijl werkgevers moeite ondervinden om traditionelere basisposities bezet te krijgen.
De vertragende economie gooit nog eens extra roet in het eten. Peking ziet zich dus steeds meer geconfronteerd met een toename van precies datgene wat de partijleiders koste wat het kost willen voorkomen: sociale onrust.
<<< Verdien meer geld met deze gratis ULTIEME Trading Almanak >>>