De consumentenprijzen in heel Europa zitten in een dalende lijn. Hoge werkloosheid en een erbarmelijke economische groei zorgen er voor dat deflatie akelig dichtbij komt. Is deflatie slecht? Economen zullen zeggen van wel, maar hoe komt het dan dat de 2 landen met de hoogste deflatie ook de 2 landen zijn met de sterkste economische groei? Het antwoord is in feite simpel. Deflatie is lang zo slecht niet als de mainstream media en analisten u willen doen geloven. Het zijn niet de dalende prijzen die een probleem vormen maar vooral de hoge schulden. Europa zou er dan ook beter aan doen om de schulden te verlagen dan inflatie te verhogen. Het inflatieniveau voor de hele Eurozone staat momenteel op 0,3 %, het doel van 2 % haalt de Eurozone al niet meer sinds begin 2013 – nu bijna 2 jaar geleden. Sinds eind 2011 toen inflatie op 3 % stond, zitten de prijzen in een rechte lijn naar beneden. Nu de olieprijs blijft dalen, zal dit niet snel voor beterschap zorgen.
Deflatie slecht? Alleen voor de overheden
Bij deflatie gaan consumenten hun uitgaven uitstellen en gaan bedrijven minder investeren omdat ze de prijzen van hun producten zien dalen – dat is althans de uitleg die men geeft. Maar het ergste is vooral dat de schulden verder uit de hand lopen. Schulden zijn nominaal, als de prijzen en inkomsten dalen, heb je meer nodig om hetzelfde af te betalen. Bij inflatie heb je steeds minder nodig, dat is waarom overheden liever inflatie zien. Griekenland kent deflatie van 1,7 % op jaarbasis en Spanje 0,4 %. Maar de Griekse economie is de snelst groeiende economie van de Eurozone met een groei van 1,9 % op jaarbasis, de Spaanse economie groeit 1,6 % op jaarbasis. De dalende prijzen maakt deze economieën competitiever, consumenten vinden het juist leuk als de prijzen dalen. Er is geen wetenschappelijk bewijs dat mensen aankopen uitstellen als de prijzen dalen, anders zouden we nooit een nieuwe TV of smartphone kopen. Mensen kopen goederen wanneer ze het nodig hebben.