De eerste 10 handelsdagen kende de S&P500 een daling van 8%. Big deal? Ja en Nee. Er zijn 475 periodes geweest van 10 dagen waarin de index slechter presteerde, Nee dus. Maar de daling is wel erger dan 98% van alle andere periodes van 10 dagen, Ja dus. De S&P500 staat nu iets meer dan 10% lager dan de laatste top in mei 2015 en veel beleggers weten niet meer van welk hout ze pijlen moeten maken. Is dit een correctie of is dit het begin van een diepere daling. Het verleden is nooit een goede gids maar het geeft wel een leidraad. Daarom enkele statistieken:
- De gemiddelde intra-jaarlijkse daling bedraagt 16,4% – de huidige daling voelt erg aan door de snelheid, maar in grootte valt het dus nog mee.
- Een daling van 10% of meer komt in 64% van alle beursjaren voor.
- Sinds 1928 noteren aandelen in 57% van de tijd op een niveau dat minstens 10% onder de vorige top ligt.
- 36% van de jaren waarin de indices 10% of meer daalden, hadden nog een positief eindresultaat.
- Dalingen van 20% of meer komen voor in 26% van alle beursjaren.
- 5 van de 23 jaren waarin een daling van 20% of meer voorkwam, hadden nog een positief eindresultaat.
De correctie is niet voorbij totdat de vorige top wordt overschreden. De vraag is echter gaan we naar een nieuwe top of gaan we naar een nieuw dieptepunt. Wanneer aandelen in deze grijze zone zitten, is dat een moeilijke evenwichtsoefening.
Correctie aandelen achter de rug of niet?
De vraag van 1 miljoen is dan ook: is dit een tussentijdse cyclische berenmarkt binnen een lange termijn stijgende trend of is dit het begin van een seculaire dalende trend. De laatste 90 jaar waren er drie seculaire berenmarkten.
Een seculaire berenmarkt is een lange periode waarin aandelen geen progressie maken, je kunt dit dus pas achteraf vaststellen. De daling binnen een zo’n seculaire berenmarkt kan echter nogal verschillen zoals te zien is om de volgende grafiek.
De aandelenbeurzen kunnen ook valse signalen geven tijdens zo’n seculaire berenmarkt. De meest recente duurde van maart 2000 tot maart 2013 waarin de S&P 500 in oktober 2007 voor een korte periode net boven het hoogste punt van maart 2000 noteerde. Daarna volgde weer een forse daling. Ditzelfde fenomeen zagen we tijdens de seculaire berenmarkt van de jaren ‘70 en ‘80. Gemiddeld dalen aandelen zo’n 36% binnenin een korte cyclische berenmarkt en duurt de daling gemiddeld 52 weken.
Maar zoals gezegd heeft niemand een glazen bol en kan niemand dan ook nu niet voorspellen wat de toekomst brengt. Beslissingen nemen wanneer de turbulentie het hoogste is, is echter nooit een goed idee. Blijven beleggen wanneer de hemel op je dak valt, is niet eenvoudig. Daarom dat het zo belangrijk is om op voorhand een goed idee te hebben wat je van plan bent te doen tijdens een berenmarkt. Het is ook belangrijk om het lange termijn aspect van de aandelenbeurs niet uit het oog te verliezen. Om succesvol te zijn op lange termijn, moet je door de korte termijn pijn.
<< Lees hier de 10 geboden van de beste beleggingsexpert van 2015 >>