De pijn die de lage olieprijzen veroorzaakt wordt steeds vaker vergeleken met de ellende die de slechte hypotheken in de huizenmarkt veroorzaakten in 2008. Maar dat is schromelijk overdreven, zo zeggen de kredietanalisten van Goldman Sachs. Zij noemen in een onlangs verschenen rapport 4 redenen om hun stelling te onderbouwen. Een vergelijking tussen de huidige oliecrisis en de kredietcrisis van 2008? Begin er niet aan. Dat is de boodschap van een groep analisten van Goldman Sachs, geleid door Charles Himmelberg. Het team noemt 4 redenen waarom de vergelijking niet opgaat:
- De hoeveelheid schulden is bij lange na niet zo groot. “De totale hypotheekschuld steeg in de periode 2002 – 2007 naar 5 biljoen dollar, terwijl de stijging van schulden in de olie- en gassector wereldwijd van 2006 tot 2014 is toegenomen met ‘maar’ 1,5 biljoen dollar,” zo schrijf het team. “Slechte hypotheken bedroegen zo’n 800 miljar dollar in 2007, terwijl de totale high-yield schulden in de Amerikaanse energiesector geschat wordt op zo’n 300 miljard dollar.”
- De dramatische val van huizenprijzen kwam als een complete verrassing, maar de keldering van de olieprijzen was niet geheel onvoorzien. “De recente daling van de olieprijzen was niet ondenkbaar gezien de kracht van eerdere dalingen.”
- De hefboom in de energiemarkt is niet zo groot, omdat de prijs van olie per definitie erg beweeglijk is. “Men dacht dat huizenprijzen en dus hypotheekverliezen makkelijk te voorspellen waren, dus werd er steeds meer hefboomwerking toegepast bij de constructie van complexe verzekeringsproducten. Maar in de energiesector is men gewend aan grote volatiliteit in de olieprijzen, en dus wordt er niet met enorme hefbomen of extreem ingewikkelde producten gewerkt. Dat wordt simpelweg niet geaccepteerd.”
- De balansen van de banken zijn veel gezonder dan in 2007 – 2008, en de exposure richting de olie-industrie is veel kleiner. “Banken hebben veel minder blootstelling aan olierisico dan aan hypotheekrisico. In 2007 omvatten alle hypotheek-gerelateerde schulden zo’n 33 procent van de bankbalansen. Oliekredieten bedragen nu maar zo’n 2,5 procent van de totale bankleningen.”
Het is duidelijk dat Goldman geen klap voor de banken verwacht zoals in 2008. De vraag is overigens wel gerechtvaardigd waarom de zakenbank en andere Wall Street banken zo traag waren met het aanpassen van hun olievoorspellingen. Zo geloofde Goldman niet dat de olieprijs onder de 75 dollar zou vallen, tot de markten het ongelijk van de bank bewezen….