Onlangs bracht The New York Times een artikel uit over de online advertentiemarkt en citeerde een analist van Morgan Stanley die stelde dat Google en Facebook samen 85% van advertentiemarkt in handen hebben. Het is bijna niet voor te stellen: van elke €1,00 die wereldwijd wordt uitgegeven aan online reclame gaat €0,85 naar slechts twee bedrijven. Nadat het artikel verscheen werd er veel gekibbeld of dit getal juist was, maar het wijst hoe dan ook op een dominantie van ongekende omvang. Sommige partijen toonden aan dat het om maximaal 50% ging. De website Recode aan de andere kant, had berekend dat -nu de verkiezingen in aantocht zijn- 85% van het advertentiebudget van politieke partijen naar Facebook en/of Google zou gaan. Wat we wel zeker weten is is dat beide bedrijven in het eerste kwartaal van 2016 tezamen een omzet genereerden van $25 miljard. Google rapporteerde een omzetgroei van 17%; Facebook maar liefst 52%. Grote getallen Gebruikersaantallen lopen in de miljarden, waardoor de bedrijven in staat zijn om voor iedere adverteerder de juiste boodschap op het juiste moment bij de juiste doelgroep te brengen. Omdat de vergaarde gebruikersinformatie zo rijk is gebeurt dit met militaire precisie. Het is niet voor niets dat adverteerders keer op keer aangeven één of beide platformen te prefereren boven concurrenten. Toekomst De titanen zitten momenteel zeker niet stil. Facebook bouwt het ingelijfde Instagram steeds meer uit en zet met News Feed in op een toenemende behoefte aan videoconsumptie. Google richt zich onder andere op populaire mobiele producten, zoals Google Maps. De toekomst zal uitwijzen of genoemde 85% juist is, maar het is een feit dat deze twee grootheden de absolute macht in handen hebben. In de breedste zin heeft de online markt een disruptief karakter, dus wie weet wat de toekomst zal brengen. Daarbij zijn kleinere partijen zoals Twitter en Yahoo zeker niet kansloos, maar ze zullen er wel harder voor moeten gaan strijden.