Amerikaanse bedrijven bulken van het cash geld. De bedrijven uit de S&P 500 hebben samen $ 1,4 biljoen cash op de balans staan, genoeg om Berkshire Hataway, Facebook en Apple op te kopen (en dan heb je nog geld over). Nemen we de bedrijven buiten de S&P 500 er ook nog bij, staat de teller op $ 2 biljoen. Dit is natuurlijk fantastisch nieuws voor de aandeelhouders, maar het is ook een waarschuwingssignaal. Een bedrijf kan 5 dingen doen met zijn cash geld: schulden afbetalen, andere bedrijven overnemen, dividend uitbetalen, eigen aandelen inkopen of het op de bank laten staan. De laatste optie is in feite geen optie aangezien het geld op een spaarrekening niets opbrengt. Optie 1 is een goede mogelijkheid, maar de meeste bedrijven met veel geld op hun rekening hebben hun schulden al grotendeels afbetaald. Blijft er dus over: overnames, dividend en inkoop eigen aandelen. In 2014 spendeerde de bedrijven uit de S&P 500 $ 350 miljard aan de uitbetaling van een dividend en $ 553 miljard aan de inkoop van eigen aandelen – in totaal werd er dus $ 903 miljard teruggegeven aan de aandeelhouders. Men verwacht dat dit bedrag in 2015 boven $ 1 biljoen zal uitkomen. De inkoop van eigen aandelen is een zeer sterke kracht achter de beursstijging van de laatste jaren. Bedrijven kopen meer (eigen) aandelen dan particuliere beleggers. Dat bedrijven zo veel eigen aandelen inkopen en dividend uitkeren en nog steeds hun cash op de rekening zien stijgen, betekent dat er maar weinig goede alternatieven te vinden zijn. En dat is op lange termijn negatief voor de economie en de aandelenmarkt. Dat General Electric $ 90 miljard zal laten terugvloeien naar de aandeelhouders, is goed nieuws. Maar dat het daarvoor geld uit het buitenland moet terughalen en daar $ 4 miljard belastingen op moet betalen, is minder goed nieuws. Kan een bedrijf als GE niets beters bedenken om te doen met zijn geld dan $ 4 miljard belastingen te betalen? Dat is toch een waarschuwingssignaal.

Kijk hier wat het kost om de beste bedrijven er uit te kunnen halen