De Chinese economie begon aan zijn ‘boom’ eind 2001 toen het toe trad tot de Wereld Handel Organisatie op 11 december. De groei werd enkel onderbroken in 2008 waarna de Chinese overheid de economie nog meer stimuleerde met infrastructuurwerken. Maar de grondstoffen super-cyclus die gepaard ging met deze groei, lijkt toch niet zo super. En dit werkt globale deflatie in de hand. Een normale super-cyclus in grondstoffen duurt gemiddeld 25 tot 50 jaar, maar de huidige cyclus die werd aangemoedigd door China lijkt na 10 jaar al het meeste van zijn pluimen verloren te hebben. China kocht massaal grondstoffen in het begin van deze eeuw en door de lage arbeidskosten werd de wereld overspoeld met goedkope producten.
Maar de groei van de Chinese economie piekte in 2010 waarna de arbeidskosten begonnen te stijgen. Maar ondanks de hogere arbeidskosten en de lagere groei, blijven de Chinese prijzen van de goederen die de fabriek verlaten dalen. Dit komt omdat China nu de omschakeling maakt naar geautomatiseerde productie. In het Chinese Dongguan is men al begonnen aan de bouw van een fabriek die bijna volledig uit robots zal bestaan. Het aantal arbeiders zal er met 90 % dalen van 1.800 naar 200. De Chinese overheid blijft fiscale en monetaire stimulus bieden waardoor de automatisering kan blijven doorgaan, aldus Business Insider.
Dit zorgt er voor dat China nog steeds met een enorme overcapaciteit te kampen heeft. Deze overcapaciteit zorgt er voor dat het deflatie kan blijven exporteren over heel de wereld. De prijzen van goederen uit China die de Verenigde Staten binnen komen, daalden gedurende 20 van de laatste 38 maanden. Voor de consument is dit goed nieuws, voor de beleidsmakers is dit minder goed.