Indien we spreken over negatieve rentevoeten, dan hebben we het in feite over de rentevoeten op de secundaire markt. Finland heeft twijfelachtige eer om als eerste land een langdurige obligatieuitgifte te doen op de primaire markt met een negatieve rentevoet. Beleggers stonden deze week in de rij om de Finse obligatie te kopen met een rentevoet van – 0,017 %. Dit betekent dat beleggers over enkele jaren minder geld terugkrijgen dan ze er nu voor moeten betalen. De Finse overheid krijgt dus nu geld van deze beleggers en moet over enkele jaren minder geld terugbetalen. Meer dan € 1 biljoen aan overheidsobligaties noteert momenteel op de secundaire markt met een negatieve rentevoet.
We leven in opmerkelijke tijden, dat is het minste dat je kunt zeggen. Beleggers zijn bereid om een beetje verlies te nemen omdat ze de zekerheid hebben dat de ECB hun obligaties zal over kopen. Beter geen risico met weinig verlies dan veel risico op veel verlies. Tussen maart 2015 en september 2016 koopt de ECB alvast minstens voor €1 biljoen obligaties op aldus Mario Draghi. Ondertussen doet dit allemaal geen goed aan de waarde van de euro. Aan de vrije val is momenteel – voorlopig een einde gekomen, maar het natuurlijke proces zal de euro in de toekomst verder verzwakken. Dit zorgt er voor dat de centrale banken van o.a. Denemarken en Zwitserland met de handen in hun haar zitten, zij moeten alles uit de kast halen om hun munt niet te sterk te laten stijgen ten opzichte van de euro. De valutaoorlog draait op volle toeren. In 2015 verlaagden reeds 15 centrale banken hun rentevoet, ze worden steeds wanhopiger.