In een eerder artikel uit de serie “over de totstandkoming en de stroom van monetaire basis” werd uiteengezet hoe geld het systeem ingebracht wordt en op welke wijze dit geld het systeem weer kan verlaten. Het doel van deze serie is om veel misvattingen die bestaan over geldstroom en geldcreatie bloot te leggen.
Deel 2: Geldstroom, geldcreatie, geldvernietiging
Waar de mainstreammedia de laatste jaren erg veel nadruk heeft gelegd op de creatie van geld, bestaat er wel degelijk een achterdeur waar dit geld het systeem ook kan verlaten. Geldcreatie staat per definitie niet gelijk aan geldontwaarding en inflatiecreatie, hoewel het laatste soms wel het doel kan zijn van monetaire verruiming, zoals de ECB dat nu probeert door het massaal opkopen van staatsobligaties. Een andere misvatting over geld is de vorm waarin het bestaat en waarin het ‘schijnbaar’ kan overgaan. Als men spreekt over geld dat naar de aandelenbeurzen stroomt, zou men kunnen denken dat dit geld overgaat in aandelen. Of geld dat overgaat in obligaties. Maar ‘base money’, of te wel, ‘monetaire basis’ in de vorm van valuta of bank reserves blijven in de vorm waarin ze door de Federal reserve geschapen zijn.
Geldstroom en geen overgangsvormen
Gezien vanuit het perspectief ‘geldstroom’ kan valuta enkel van hand wisselen vanaf het moment dat het in het systeem gekomen is tot het moment dat de onderliggende waarde, bijvoorbeeld een staatsobligatie, verlopen is. Geld kan gebruikt worden om aandelen te kopen, om boodschappen mee te doen. Aan de monetaire basis veranderd niets. De valuta wisselt van hand waarmee dit geld het bezit wordt van de verkoper. Geld gaat niet over in aandelen, in boodschappen of in obligaties. Een zeer zeldzame uitzondering hierop is geld dat overgaat in energie wanneer het in brand wordt gestoken, maar u begrijpt de strekking van het verhaal. Elk financieel product dat iemand bezit, is ergens anders voor iemand een verplichting dat ooit nagekomen dient te worden in de economie. Datzelfde geldt voor een aandeel. Waar iemand een aandeel bezit, zit iemand anders met een verplichting. Dit geldt ook voor staatsobligaties en deze regel blijft net zolang gelden zolang de obligatie niet verlopen is. Een overgangsvorm van aandelen naar obligaties bestaat niet net zoals er geen overgangsvorm bestaat van geld naar aandelen. Iedere asset zal bij wat voor transactie dan ook blijven bestaan in zijn huidige vorm zolang de asset niet verlopen is bij de uitgever ervan, zoals dat kan gebeuren met staatsobligaties. Dan is de uiteindelijke vraag hoe het mogelijk is dat de hoeveelheid ‘securities’ of financiële producten zoals staatsobligaties in de economie kan wijzigen. Wanneer er een staatsobligatie op de markt wordt aangeboden – en gekocht wordt, betekent dit eigenlijk niets anders dan dat er ergens anders in de economie iemand geld heeft verdiend of geld gespaart heeft, en dit bezit als het ware verschuift naar een andere partij. Het is een bewijsstuk dat iemand geld heeft verdiend. De persoon of instantie kan ervoor kiezen dit geld uit te geven en in de economie te laten circuleren, of kan dit aan iemand anders overlaten door ze te verruilen met een financieel product. Nieuwe financiële producten in de economie ontstaan op het moment wanneer er een stukje koopkracht wordt verschoven naar een andere partij, in plaats dat deze koopkracht in de praktijk wordt uitgegeven. Ook u kunt uw koopkracht opbouwen met € 500 per maand. Lees in ons gratis rapport welke weg u hiervoor kunt afleggen. ? Ga naar het eerste, tevens voorgaande artikel uit deze serie