Het beste voordeel voor dividendbeleggers is het competitief voordeel. Bedrijven met een sterk competitief voordeel zijn dikwijls goede bedrijven die een mooi dividend uitkeren. Voor veel beleggers zijn dit echter saaie bedrijven en daarom worden ze maar al te vaak overgelaten aan de grote fondsenbeheerders. Maar men staat er veel te weinig bij stil dat zij daar juist het verschil maken. Een bedrijf kan op verschillende manieren een competitief voordeel opbouwen. Een van de bekendste is de merknaam. Bedrijven die hun merknaam kunnen koppelen aan een product genieten van een groot voordeel ten opzichte van hun concurrenten. We zeggen niet meer “ik ga dat opzoeken op het internet” maar wel, “ik ga dat een googlen”. We zeggen niet “luier” maar “pamper”, we zeggen niet “een infuus” maar “een baxter”, … Een ander competitief voordeel is een loyale klantenbasis omdat het zeer moeilijk is om over te stappen naar een ander bedrijf. Eens een klant gebonden is aan een bepaald softwarepakket bijvoorbeeld, blijft het klant omdat bij een overstap veel gegevens verloren gaan. Onvervangbare activa creëren ook een competitief voordeel. Een tolweg, spoorwegen, grote infrastructuurwerken, … het is onmogelijk voor een ander bedrijf om die markten te betreden, dat zou veel te veel geld kosten zonder potentieel om nieuwe klanten te werven. Je kan moeilijk 2 treinsporen naast elkaar leggen.
Dividendbeleggers halen hier hun voordeel
Schaalgrote is nog zo’n competitief voordeel. Bedrijven als Wal-Mart zijn zo groot dat ze hun goederen veel goedkoper kunnen inkopen dan andere bedrijven. Dit creëert een voordeel dat concurrenten op een degelijke afstand houdt. Het competitief voordeel uit zich dikwijls in het dividend. Dit dividend is gegarandeerd omdat de inkomsten gegarandeerd zijn. Dikwijls zien we dat deze bedrijven ook kunnen blijven groeien zodat het dividend ook mee groeit. Het is essentieel voor dividendbeleggers dat je dergelijke bedrijven in je portefeuille hebt, dit zijn de bedrijven die fortuinen maken op lange termijn.