Enkele jaren geleden hield Professor Jeremy Siegel een onderzoek naar het resultaat van een investering in de S&P 500 in 1957 tot 2003. Hij volgde niet de index maar wel het resultaat van de originele index in 1957 zonder wijzigingen aan te brengen. Het resultaat was verrassend. Door te investeren in de originele 500 bedrijven uit de S&P 500 in 1957 presteerde deze portefeuille op het einde van de rit in 2003 30 % beter dan de S&P 500 zelf. Een totaal passief fonds deed het over een periode van 46 jaar beter dan een actief fonds.
Deze sterke outperformance is hoofdzakelijk te danken aan producenten van consumentenartikelen en bedrijven uit de gezondheidssector die een lange termijn competitief voordeel hebben. Het zijn deze bedrijven die op lange termijn voor uitzonderlijke rendementen zorgen. Deze traag groeiende saaie bedrijven doen het beter dan nieuwe, sexy namen. Dit komt omdat beleggers in nieuwe bedrijven snel de waardering omhoog duwen waardoor de toekomstige return ondermaats is voor diegene die er niet op tijd kan uitstappen, zoals de meerderheid.
De perfecte portefeuille heeft tijd nodig
Een index zoals de S&P 500 wordt aanzien als een passief beleggingsinstrument maar dat is het niet. De S&P 500 verandert regelmatig van vorm en beleggers in deze indexen moeten hun portefeuille dus ook regelmatig aanpassen. Wanneer een aandeel wordt opgenomen in de S&P moeten deze fondsen dit aandeel kopen waardoor de waardering stijgt en het rendement op lange termijn daalt. Time in the market is more important than timing the market – enkel op deze manier kan je geld groeien. Passief beheer is dus lang niet dood en begraven. De perfecte portefeuille is een goed gediversifieerd fonds dat lang de tijd krijgt om krachtig te groeien en niet bij iedere hobbel in de weg wordt gesnoeid of bijgestuurd. Hoe dividendaandelen passen in een perfecte portefeuille, leest u in onze Dividend Automaat.