Op vrijdag 24 juni moest de toonaangevende Britse beurs, de FTSE 100, bij opening bijna 10% aan waarde inleveren. Die openingskoers was echter wel het begin van een indrukwekkende beursrally die tot op heden nog steeds voortduurt. Er zijn heel wat beleggers die zich afvragen hoe het kan dat de Britse beurs de schade van de Brexit alweer volledig achter zich heeft weten te laten. Volgens de Amerikaanse zakenbank Goldman Sachs richten de beleggers hun vizier op dit moment teveel op de FTSE 100. Als we ons namelijk richten op de FTSE 250, dan ziet het plaatje er opeens een stuk beroerder uit.
Goldman Sachs waarschuwt voor grote divergentie
Zo kunnen we op de bovenstaande staafgrafiek zien dat de FTSE 250 de afgelopen drie maanden ongeveer 10% aan beurswaarde heeft verloren, terwijl de FTSE 100 een klein plusje wist te produceren. Goldman Sachs is van mening dat de verschillen te verklaren zijn uit het feit dat er binnen de FTSE 250 veel Britse bedrijven gevestigd zijn die afhankelijk zijn van de groei van de binnenlandse economie. En juist die groei loopt op dit moment het grootste gevaar. Op de tweede grafiek is duidelijk te zien dat de internationale Britse bedrijven tot nu toe binnen de portefeuille van Goldman Sachs een goede prestatie wisten neer te zetten. Het mandje met aandelen van Britse bedrijven die afhankelijk zijn van de binnenlandse economie, wist echter te leiden tot een waardedaling met ruim 22%.