Alsof Brexit nog niet voldoende was als nagel aan de doodskist van de Europese bankencrisis, klopt Turks President Erdogan er nog een nagel naast. De mislukte staatsgreep is een nieuwe doorn in het oog van de Europese banken die het al moeilijk hebben om het hoofd boven water te houden en de aanpak van Erdogan stemt allerminst tot kalmte. De mislukte ‘coup’ trekt de lange termijn groei van het land serieus in twijfel. Ook kan de politieke instabiliteit van het land nog een tijdje blijven duren. En ook het Europese lidmaatschap staat op losse poten nu Erdogan de doodstraf terug wil invoeren. Verschillende Europese banken moeten na het Britse fiasco dan ook opnieuw een volgende kogel zien te ontwijken.
Vooral het Spaanse BBVA en het Italiaanse UniCredit worden zwaar getroffen, maar ook BNP Paribas en ING zullen de impact van de crisis in Turkije voelen.
Het Spaanse BBVA is voor 39,9% eigenaar van de Turkse bank Garanti Bank, de 2e grootste private bank in het land. De Turkse divisie is goed voor 14% van de winst. Vorig jaar schreef BBVA al €1,8 miljard af door de daling van de Turkse lire. Het Italiaanse UniCredit controleert 40,9% van Yapi Kredit Bank, een van de eerste private banken in Turkije en de 4e grootste op basis van zijn activa. Yapi Kredit Bank telt 14% van de netto winst van UniCredit en bestrijkt 4% van de leningen. BNP Paribas is volledig eigenaar van TEB. De uitstaande leningen in Turkije tellen voor 2,5% van de groep en vertegenwoordigen 3% tot 4% van de winst voor belastingen. ING is in Turkije betrokken via zijn dochter ING Bank A.S. De Turkse tak is onderdeel van de ‘Challenger and Growth’ markten. Gelukkig voor ING kent de bank een trage start en staat de bank slechts in voor 2,1% van de leningen en 2,5% van de winst voor belastingen. Het Britse HSBC ten slotte probeerde zijn Turkse tak vorig jaar nog te verkopen, maar vond geen gegadigden. De blootstelling aan de Turkse banksector blijft wel beperkt tot minder dan 1%. Bron: ValueWalk