Lage rentevoeten zorgen in Canada, Zweden en Australië voor een mogelijk vastgoedzeepbel. En de centrale banken van die landen lijken niet meteen in staat om deze tendens een halt toe te roepen. In enkele belangrijke steden van deze drie landen zijn de vastgoedprijzen op jaarbasis met meer dan 10% gestegen. In Vancouver bedroeg de stijging zelfs 32%, opvallend want de energie -en mijnactiviteit boerde het voorbije jaar achteruit in Canada. Ook in Stockholm en Toronto wordt het stilaan onbetaalbaar om een huis te kopen. De reden voor deze forse prijsstijgingen moet niet ver worden gezocht: de extreem lage rente (in Zweden is ze zelfs negatief). Hierdoor worden gezinnen aangezet om een huis te kopen, bovendien verlaten veel jongeren het platteland en vestigen ze zich in deze (hippe) steden.
Vastgoedzeepbel: antwoord centrale banken?
De centrale banken in deze drie landen zitten echter met hetzelfde dilemma. Ze hebben recent de rente verlaagd, en hebben aangegeven dat in de toekomst nog te zullen doen, omdat de inflatie verder onder de doelstelling wegzakt en de economie extra stimulering vereist. Tegelijkertijd beseffen ze dat de huidige stijging van de huizenprijzen niet kan worden aangehouden en gevaren inhoudt (zoals te hoge gezinsschulden). Op alle drie betrokken markten zijn reeds maatregelen doorgevoerd om de vastgoedmarkt af te koelen. In Australië en Canada zijn er strengere richtlijnen voor de banksector uitgevaardigd en in Zweden worden geen populaire intrest only hypotheken meer verkocht. Maar deze maatregelen zullen waarschijnlijk ontoereikend zijn. Moeten de centrale banken van deze drie landen dan afstappen om zich uitsluitend te concentreren op inflatie en de economie en zich ook durven concentreren op het tegengaan van zeepbellen? Want als de Amerikaanse huizencrisis van 2008 één iets heeft aangetoond, is het wel dat een zeepbel op de vastgoedmarkt niet zonder gevaren is. Voorlopig ziet het er niet naar uit dat de betrokkenen centrale banken het geweer van schouder zullen veranderen.