De olieprijzen daalden op dinsdag tot hun laagste niveau in meer dan twee maanden. De redenen hiervoor zijn de stagnerende vraag naar olie en de geplande productie-uitbreiding van de OPEC die zullen zorgen in een nog groter aanbod terwijl we nu al te kampen hebben met een overaanbod.

Een recordinvoer aan olie door China, de terugkeer van auto’s naar Amerikaanse wegen en de sterke productieverlagingen zorgden voor een opleving van de olieprijzen in de afgelopen maanden.

De Chinese aankopen zijn sinds medio juli echter weer vertraagd, de comeback in de vraag naar benzine is in de Verenigde Staten tot stilstand gekomen en de OPEC voert de productie weer op. Al deze factoren samen zorgen ervoor dat de olieprijzen weer onder druk staan.

Eugen Weinberg, hoofd grondstoffen bij Commerzbank, stelt:

Op dit moment keert de markt terug naar de realiteit.

Raffinaderijen hebben het moeilijk

Een andere uitdaging voor de markt is dat raffinaderijen het moeilijk hebben om geld te verdienen. Dit zet hen ertoe aan om de hoeveelheid ruwe olie die ze kopen te verminderen en te verwerken tot producten met een hogere waarde.

Het verschil tussen de benzineprijs en de prijs van West Texas Intermediate, een maatstaf voor de winstmarges van raffinaderijen en die ook wel bekend staat als de “crackspread’, is deze maand met 14% gedaald tot $9,46 per vat.

Bjarne Schieldrop, grondstoffenanalist bij de Zweedse financiële groep SEB, besluit:

Covid-19 heeft de meest inefficiënte raffinaderijen de das omgedaan waardoor ze nu negatieve raffinagemarges hebben. Het is voor hen dus onmogelijk om te werken.

Bron: Wall Street Journal

Foto: iStock