De afgelopen week was een woelige periode voor de aandelenmarkten. De Amerikaanse aandelenmarkten maakten hun slechtste week sinds maart mee. Met nog maar vier dagen te gaan tot aan de Amerikaanse presidentsverkiezingen, de toenemende Covid-19 besmettingen en de onzekerheid over nieuwe stimuleringsmaatregelen, zijn er genoeg zaken waarover beleggers zich zorgen maken.
De Dow daalde deze week met 6,5%, terwijl de S&P 500 met 5,6% daalde. De Nasdaq Composite, die samengesteld is uit voornamelijk technologiebedrijven, kreeg vrijdag echter de zwaarste klap. Op de laatste handelsdag van oktober daalde deze 2,5%, wat resulteerde in een daling van 5,5% in de week.
De economische gegevens die deze week werden vrijgegeven, schetsten nochtans een positief beeld over de afgelopen periode. Deze gegevens hebben echter betrekking op het verleden en hielden dus geen rekening met de heropleving van het Covid-19 virus en de bijbehorende zorgen.
Onduidelijke vooruitzichten
De toekomstvooruitzichten blijven voor beleggers nog steeds zeer onduidelijk.
Aan de ene kant is de economie bezig aan haar herstel. Dit herstel zal waarschijnlijk wel langer duren dan de meesten aanvankelijk dachten.
Tegelijkertijd hebben economen en centrale bankiers opgeroepen tot meer stimulansen vanuit Washington. Totdat de presidentsverkiezingen voorbij zijn, en er een duidelijke winnaar bepaald is, zal er echter geen beweging meer zijn op het stimuleringsfront.
Hiernaast kondigde de Federal Reserve aan dat ze de minimale kredietgrootte onder haar Main Street Lenidng Facility zal verlagen, wat de fondsen toegankelijker zal maken voor kleine bedrijven. In het kader van het Main Street Lending Program koop de Federal Reserve 95% van de leningen aan kleine en middelgrote ondernemingen.
Dit alles zorgt ervoor dat beleggers met een grote onzekerheid achterblijven. Laat dat nu net iets zijn dat de markten haten.
Bron: CNN
Foto: iStock