Het Europese statistiekbureau Eurostat heeft vandaag bekend gemaakt dat de schuldenlast van overheden in de eurozone in het eerste kwartaal is gestegen van 92 naar 92,9 procent. Deze schuldenlast is gemeten als percentage van de economie. Deze stijging is groter dan de economische groei in de eurozone. Want eerder maakte Eurostat al bekend dat het bbp van de eurolanden gecombineerd, uitkwam op een stijging van 0,4 procent. Griekenland valt vandaag op met een forse daling van de schuldenlast van 8,3 procent. Daarmee is de huidige schuldenberg goed voor 168,8 procent van het bbp in het land. De grote eurolanden binnen de eurozone zagen wel een stevige stijging van de schuldenberg. Frankrijk zag de schuld, uitgedrukt in percentage van de totale omvang van de economie, oplopen tot 97,5 procent van het bbp. Dat komt neer op een schuldbedrag van 2089 miljard euro. Ook in Italië steeg de schuldenberg weer iets. Het land staat voor 2184 miljard euro in het krijt, met een percentage van 135 procent van het bbp. Nederland en Duitsland hielden de schade relatief beperkt. In Duitsland was er sprake van een stabiele ontwikkeling. De economie groeide, terwijl de schuldenlast stabiel bleef op 2176 miljard euro. Hierdoor was er netto, sprake van een verbetering van een half procent. De schuldratio staat nu op 74,4 procent. Zo’n prestatie is in Nederland nog niet gelukt. Uit cijfers van het CBS blijkt namelijk dat de Nederlandse schuld nu uitkomt op 459 miljard euro. Dat is een stijging van 1 procentpunt. De schuld komt nu uit op 68,9 procent van de totale omvang van de economie. Lees ook: Goldman Sachs tipt de twee goedkoopste indices in Europa.