De centrale banken zijn wereldwijd fors aan het stimuleren, door obligatie-opkoopprogramma’s door te voeren. Een econoom bij Nomura waarschuwt er wel voor dat de participatie van particulieren en ondernemingen wel van cruciaal belang is om dit soort programma’s te laten slagen. Als particulieren namelijk geen geld leden om uitgaven te doen (en daarmee de economie te stimuleren), is het beleid van de centrale banken ‘nutteloos’ zo stelt de econoom. De Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk waren al eerder begonnen met QE-programma’s in 2007 en 2008. Japan sloot aan in 2013 en de Europese Centrale Bank is dit jaar begonnen met een opkoopprogramma. ‘Zowel Amerika als Europa hebben nu hetzelfde probleem: we zitten in een situatie waarin de private sector niet genoeg geld leent tegen de lage rente om zo de balansen te herstellen die zijn geraakt door de financiële crisis’, aldus Richard Koo, hoofdeconoom bij Nomura Research Institute tegenover CNBC. Koo: ‘Wanneer niemand geld leent, is het monetaire beleid voor een groot gedeelte waardeloos’. Leningen dalen in januari In de aanloop naar de lancering van QE in de eurozone, zijn de leningen die werden verstrekt aan de private sector afgenomen in plaats van toegenomen. Dit soort leningen fungeren als een graadmeter voor de economische gezondheid. De gepubliceerde data wijst er op dat de leningen aan particulieren met 0,1% zijn gedaald in januari in vergelijking met een 0,5% daling in december. Volgens Koo, houden de grote centrale banken nu reserves aan die veel hoger zijn dan nodig, vanwege het monetaire beleid. Dit zorgt niet voor een stijging van het aantal leningen van particulieren, omdat grote economieën nog steeds worstelen met de erfenissen van de crisis in 2007-2008. Bedrijven zijn dan ook liever bezig met het afbouwen van schulden, in plaats van het kapitaal uitgeven of opnieuw te investeren. Door deze situatie kan wel eens een val ontstaan, die Koo de QE-trap noemt: de centrale banken pompen geld in de markt, maar niemand die leent. Dan krijg je een negatieve rentestand en andere negatieve disrupties in de markt.