De Delta van een optie geeft aan hoeveel risico de optie heeft in relatie tot de onderliggende waarde. Stel je eens voor dat je 100 aandelen hebt gekocht met een waarde van 30 euro per aandeel. Als het aandeel dan met 1 euro stijgt (naar 31 euro), dan verdien je aan deze positie 100 euro (100*1). In deze situatie heb je een Delta van 100. De Delta geeft aan hoeveel waarde de optie verandert zodra de onderliggende waarde in prijs veranderd. Een Delta van 100 geeft dus aan dat de positie 1 op 1 loopt met de verandering: stijgt het aandeel met 1 euro, dan stijgt de positie ook met 1 euro.
Delta en aandelen
Met aandelen heb je altijd een Delta van 100 (dit wordt overigens ook wel als Delta 1 beschreven, afhankelijk van de conventie die wordt gebruikt). Als een aandeel met 1 euro stijgt, stijgt 1 aandeel in jouw portefeuille ook met 1 euro. Dit is dus net zoals in het zojuist beschreven voorbeeld. Opties hebben ook een Delta, maar die staat niet vast zoals bij aandelenposities wel het geval is. Een optie is namelijk een dynamische positie, omdat de waarde wordt ontleend en kan veranderen door tijd of prijs. Elke optie heeft dus een andere Delta, omdat elke optie een andere uitoefenprijs (prijs) en een andere uitoefendatum (tijd) heeft. Denk eens aan een call positie. Het gaat om een gekochte call, waardoor je als belegger dus long zit. Dit is een positie waarbij je als belegger met een beperkt risico kunt inspelen op een stijging van de onderliggende waarde. We werken in dit voorbeeld met een Apple call die expireert in maart. Het gaat om de Apple call met een uitoefenprijs van 120 dollar. Op de bovenstaande grafiek zie je twee lijnen. Een stippellijn en een doorgetrokken lijn. De doorgetrokken lijn geeft aan wat de optie doet op dit moment. De stippellijn geeft aan hoe de waarde van de optie zich ontwikkelt op de dag van expiratie. Als we kijken naar de doorgetrokken streep, dan valt op dat een beweging van de onderliggende waarde resulteert in een stijging van de waarde van de optie Als de onderliggende waarde van 124 naar 125 gaat, betekent dat een waardestijging van de optie van ongeveer 70 dollar. We zeggen dan ook dat de delta van deze optie op dit moment 70 is. Elke opwaartse beweging van 1 dollar, resulteert in een stijging van 70 dollar.
Ontwikkeling Delta
Op de onderstaande grafiek zien we de ontwikkeling van de delta. Let op het getal 120 op de horizontale as. 120 klinkt bekend, omdat het de uitoefenprijs is van de call. Als de koers van de onderliggende waarde boven de 120 dollar komt, is het vaak rendabel om de optie uit te oefenen. Een manier om naar een delta van een optie te kijken, is door te begrijpen hoe de delta zich verhoudt tot de kans dat een positie in the money expireert. Stel je voor dat je een optie bezit die at the money is. In dit voorbeeld gaan we uit van een optie met een uitoefenprijs die precies gelijk is aan de onderliggende waarde. Een 100 euro calloptie is dus at the money als de koers van de onderliggende waarde handelt op 100 euro. Als we vervolgens kijken naar de kans dat de optie in the money expireert, ligt die ongeveer rond de 50 procent (puur statistiek). De kans op een in the money expiratie ligt dus rond de 50 procent. De delta zal dan ook ongeveer 50 zijn. Hetzelfde zien we bij de grafiek hierboven, waarin de delta ontwikkeling zichtbaar wordt. De delta is ongeveer 50 bij een onderliggende waarde van Apple op 120. Onthoud dat de uitoefenprijs van de call op 120 lag. Een optie die diep in the money ligt heeft een heel andere delta. Als we de 100 euro calloptie nemen, en de onderliggende waarde wordt voor 200 euro per aandeel verhandeld, dan is er een hele grote kans aanwezig dat de optie in the money expireert. Het wordt voor de optie heel moeilijk om out of the money te raken (je hebt een beweging nodig van 100 euro!). De kans dat de optie in the money expireert ligt dus heel hoog, richting de 100 procent. Dat betekent dat de delta ongeveer op 100 zal liggen. Een diepe in the money optie heeft dus een hele hoge delta en zal qua koersreactie heel erg lijken op een aandeel. Dit soort opties kunnen dus fungeren als een alternatief voor aandelen. Bij een out of the money optie, ligt de delta een stuk lager. Dit komt doordat de kans dat de out of the money optie toch in the money expireert ook een stuk lager is. De delta van een optie is gebonden aan een minimum en een maximum. De delta kan nooit hoger zijn dan 100 of lager zijn dan 0. Dit komt, omdat gestandaardiseerde optiecontracten een grootte van 100 aandelen kennen, waardoor dit ook de maximum is. Daarnaast kan een delta niet negatief zijn, omdat dit zou betekenen dat een contract zich zou gedragen als een put. De tabel geeft aan hoe hoog de kansen zijn op een in the money expiratie (dat is een rendabele situatie voor de optiekoper) en de bijbehorende delta. De moneyness van een optie kan veranderen: de optie kan zo van in the money naar out of the money en vice versa. Doordat de moneyness van een optie kan veranderen, verandert de delta van een optie ook. Een out the money call heeft immers een lage kans op een ITM expiratie, waardoor er sprake is van een lage delta. Een in the money call heeft juist meer kans op een ITM expiratie, waardoor de delta hoger is. Meer informatie over de delta van een aandeel? Deze links zijn interessant: