Elk optiecontract is eindig, dat wil zeggen: het contract loopt af en dat kan in the money of out of the money gebeuren. De looptijd van een contract kan verschillen, maar één ding is zeker: vroeg of laat moet het contract worden afgewikkeld. In zekere zin is dit principe gelijk aan een voetbalwedstrijd. Beide teams hebben daarin 90 minuten de tijd om zo veel mogelijk punten te scoren. Aan het begin van de wedstrijd is het voor veel gokkers nog moeilijk om te bepalen waar de wedstrijd heen kan gaan, maar als een team 2-0 maakt tegen de rustpauze, wordt het gokken op de juiste uitkomst als een stukje waarschijnlijker. In de laatste 10 minuten van de wedstrijd staat het 3-0, en heeft het verliezende team een rode kaart gekregen. De uitkomst wordt nu een stuk duidelijker: het verliezende team kan een klein wonder nodig. Stel je nu eens voor dat je kon gokken op deze wedstrijd. Zou je dat aan het begin, of rond de 80 minuten willen doen? Als je houdt van zekerheid, is dit natuurlijk een no-brainer: je zet het liefst zo laat mogelijk in. Gokkantoren zijn natuurlijk niet opgericht om het voor de gokker zo gemakkelijk mogelijk te maken. Bij veel kantoren is het inderdaad mogelijk om tijdens de wedstrijd in te zetten, alleen is de potentiële winst dan een stuk lager. Hoe later je inzet, hoe minder je krijgt voor elke ingelegde euro bij een juist gokje. Bijvoorbeeld: bij minuut 0 krijg je voor elke ingelegde 1 euro bij een juiste voorspelling 1.50 uitgekeerd (winst is dan 50 cent). Bij minuut 80 krijg je bij winst van het team dan met 3-0 voor staat, voor elke ingelegde euro maar 1.01 euro terug (1 cent winst). De optiemarkt werkt bijna hetzelfde. Het is voor beleggers veel makkelijker om te bepalen waar de aandelenprijs morgen staat, dan waar de koers van het aandeel over 5 maanden staat. In dit e-book hebben we de extrinsieke waarde al besproken: het is de risicopremie die de optiekoper betaalt voor een optiecontract. Elke optie heeft altijd wat extrinsieke waarde, totdat het contract afloopt. Dit komt, omdat er altijd wat risico in de markt zit zolang het contract nog een levensduur heeft. De risicopremie hangt samen met de kansen dat een optie in the money zal expireren. En hoe dichter de eindtijd van het contract in zicht komt, hoe minder de risicopremie zal bedragen. Als de optie de extrinsieke waarde verliest, noemen we dit ook wel tijdswaardeverlies. Elke dag verliest de optie een beetje van zijn extrinsieke waarde. Dit verlies kan in een getal worden uitgedrukt, en dat brengt ons bij de griek die we nu zullen behandelen: theta. De theta geeft de relatie weer van het waardeverlies van de optie en de resterende tijd van het contract.

Gamma en Theta

Het verlies van de extrinsieke waarde van de optie staat dus bekend als de theta van een optie. De theta geeft aan hoeveel waarde de optie iedere dag verliest. Long opties (gekochte opties) geven de bezitter altijd een short blootstelling aan theta. Dit betekent dat de optiehouder elke dag een stukje extrinsieke waarde van de optie verliest. Short opties, of geschreven opties (verkochte opties) geven de bezitter daarentegen long theta. Geschreven opties hebben altijd een short gamma positie. Hierdoor kan het verlies van een positie die tegen je ingaat erg snel oplopen, soms zelfs sneller dan je in de eerste instantie verwacht. Het is niet logisch, om een optiepositie te schrijven en short gamma risico te nemen, zonder daar wat voor terug te krijgen. Voor wat hoort wat, niet waar? De beloning voor de optieschrijver, zit hem in de theta. Long theta betekent namelijk dat de optieschrijver elke dag wat geld verdient door simpelweg af te wachten. Gamma en theta spelen een heel belangrijke rol in de risico en opbrengsten van een optie. Als je een optiekoper bent, zit je long op gamma. Hierdoor wil je als belegger een versnelling van de onderliggende waarde zien. Het nadeel van een long optiepositie, waarmee je dus long zit op gamma, is dat je te maken krijgt met een short theta positie. Tijdswaarde werkt dus in jouw nadeel: als de onderliggende waarde niet beweegt in de juiste richting, zal je geld verliezen omdat de extrinsieke waarde langzaam uit de optie sijpelt. Een optieverkoper zit short op gamma, omdat hij de optie verkoopt. Een grote beweging is daarom niet in het voordeel van de optieverkoper. De gamma zorgt er immers voor dat de verliezen heel snel kunnen oplopen.

Long Theta

Waarom zijn er dan beleggers die opties schrijven? Het antwoord zit in de beloning die ze ontvangen voor een shortpositie: long theta. De verkoper van een optie is bereid om het gamma-risico te nemen, omdat hij hierdoor kan profiteren van het tijdswaardeverlies. Een optie verkopen, en zo een long thetapositie aangaan, is zinvol wanneer je denkt dat de onderliggende waarde zijwaarts zal bewegen, of minder hard zal bewegen dan dat handelaren nu inprijzen (hoe je dit kunt ontdekken, bespreken we in … ). Veel beginnende optiebeleggers willen direct weten wat een betere strategie is: een optie kopen, of juist opties schrijven. Er is hiervoor geen correct antwoord. In sommige gevallen is het heel logisch om juist een optie te kopen, terwijl het in andere situaties veel zinvoller is om opties te schrijven. Flexibiliteit is het sleutelwoord. Sta open om de ene keer een optiekoper te zijn en in een andere situatie juist op te treden als verkoper van het contract.

De heilige graal van de optiehandel

Nog even kort samenvattend: een long optiepositie biedt de handelaar altijd blootstelling aan long gamma. Hierdoor stijgt de waarde van de optie sneller bij een beweging van de onderliggende waarde. Dit verklaart ook het hefboomeffect van een optie. Het nadeel van een long gammapositie, is de short theta die je er ‘gratis’ bij krijgt. Doordat je short zit op theta, verlies je geld als de onderliggende waarde niet voldoende in jouw richting beweegt. Het tijdswaardeverlies sijpelt dan langzaam maar zeker uit de waarde van de optie. Zie je een short thetapositie niet zitten? Het is dan ook mogelijk om de optie te verkopen. Hierdoor is het verlies van de extrinsieke waarde jouw winst en word je letterlijk betaald om te wachten. Maar… helaas is het wel zo dat je short zit op gamma. Mocht de beweging tegen je in gaan, dan kan je ontzettend snel (en vaak onverwacht) tegen grote verliezen aankijken. Een ideale positie zou dan ook een positie zijn die zowel long zit op theta als long op gamma. Hierdoor profiteer je direct zodra de onderliggende waarde gaat bewegen en profiteer je ook zodra het aandeel blijft liggen. Een long gamma en long theta in dezelfde optiepositie, is de heilige graal van de optiewereld. En helaas is ook deze heilige graal nog niet gevonden. Als handelaar zul je dus moeten accepteren dat elke positie zijn voor- en nadelen heeft.