De meeste beleggers hadden niet verwacht dat we binnen korte tijd geconfronteerd zouden worden met een flinke correctie. De eerste beursweken van 2018 verliepen immers vlekkeloos. Toch moesten de wereldwijde aandelenmarkten tijdens de afgelopen week flink terrein inleveren.
Op de bovenstaande staafgrafiek, afkomstig van Bloomberg, is te zien dat de S&P 500 index op weekbasis gemeten bijna 4% aan waarde moest inleveren. Dat betekende de grootste weekdaling in meer dan 2 jaar tijd. Voor het laatst werden we tijdens de paniekgolf in begin 2016 geconfronteerd met een dergelijke beursdaling.
5%-dalingen zijn heel normaal
Toch zijn de meeste analisten het er wel over eens dat deze beursdaling niet groter gemaakt moet worden dan die is. Op basis van de slotstand van 2017 noteren de meeste aandelenmarkten immers nog steeds hoger. Daarnaast is een noemenswaardige correctie heel normaal. Zo is op de bovenstaande staafgrafiek, afkomstig van JP Morgan, te zien dat we gemiddeld gezien binnen een beursjaar te maken krijgen met meerdere 5%-dalingen.
Het probleem is alleen dat een groot gedeelte van de beleggers gewend is geraakt aan de onuitputtelijkheid van de stier. Tijdens het afgelopen jaar werd Wall Street namelijk geen enkele keer geconfronteerd met een daling van minimaal 5%. Daarnaast was er in dat jaar sprake van een uitzonderlijke lage beweeglijkheid. De kans dat 2018 een herhaling van 2017 gaat worden is bijzonder klein. Dat is iets wat de beleggers goed in de oren moeten knopen.