risicopremie

De verbeterende economie en het extreem soepele monetaire beleid, drukken de risicopremies op wereldwijde aandelen al sinds 2009 omlaag. Desondanks zijn deze premies nog altijd aanzienlijk hoger dan het gemiddelde op de langere termijn. Dat stelt NN Investment Partners, dat voorheen door het leven ging als ING Investment Management, op basis van eigen analyse. Uit die analyse blijkt dat de risicopremie op aandelen wereldwijd in maart 4,5 procent bedroeg en daarmee boven het 25-jarig gemiddelde van 2,9 procent lag. ‘De daling die de risicopremies op zowel aandelen- als obligatiemarkten sinds 2009 laten zien, doet vermoeden dat er in de komende 5 jaar minder opwaarts potentieel zal zijn dan in de afgelopen 5 jaar’, zei Valentijn van Nieuwenhuijzen, hoofd multi asset bij NN Investment Partners. Dit betekent volgens hem echter niet dat er geen aantrekkelijke rendementen meer te behalen zijn. Van Nieuwenhuijzen stelt dat de monetaire maatregelen van de centrale banken hebben gezorgd voor een ongebruikelijk klimaat. Dit neemt niet weg dat een dynamische asset allocatie nog steeds mogelijkheden biedt, stelt hij. Zijn team is momenteel vanwege het herstel van de wereldwijde groei, winsten en arbeidsmarkten, overwogen in risicovolle beleggingen die nog steeds redelijke risicopremies bieden, waaronder aandelen en vastgoed.

10 tips om in elke markt beslagen ten ijs te komen

Sterk onderwogen is het team echter in staatsobligaties, vanwege de onaantrekkelijke verhouding tussen risico en rendement. Overigens gaat het team niet uit van een totale ineenstorting van deze markt. Van Nieuwenhuijzen is met name positief over Europese aandelen. Zo deelt hij niet de heersende opvatting dat de markten in Europa worden verstoord door de kwantitatieve versoepeling van de ECB en dat dit zou leiden tot toekomstige financiële instabiliteit. Hij noemt het bijzondere monetaire beleid gerechtvaardigd en stelt dat het een aanzienlijke bijdrage heeft geleverd aan het herstel van de wereldeconomie. ‘In sommige delen van de financiële markten, en vooral voor vastrentende waarden, heeft het wellicht geleid tot ongewone koersniveaus. Op korte termijn lijkt een omslag van de inzet van beleidsmakers echter onwaarschijnlijk en bieden sommige delen van de markten beleggers nog steeds aantrekkelijke mogelijkheden.’