Australië heeft in het eerste decennium van deze eeuw flink geprofiteerd van de Chinese honger naar grondstoffen. De afgelopen jaren is de situatie echter drastisch veranderd. De economische groei stagneert, de werkloosheid loopt op, en de Australische dollar vermindert in waarde. Desondanks blijft de Australische minister van Financiën, Joe Hockey, positief over de handelsrelatie met China. De jaarlijkse handel tussen Australie en China heeft een waarde van 100 miljard Amerikaanse dollars. Dus wanneer China hoest, wordt Australië verkouden. Een week na de devaluatie van de yuan verloor de Australische munt meer dan 5 procent in waarde. Ook de Australische beurs ging onderuit. De graadmeter verloor 6 procent.
Sterke fundamenten
Deze neerwaartse bewegingen maken echter geen indruk op Joe Jockey. Hij heeft ook geen hoge pet op van marktexperts. In een interview met de Wall Street Journal stelt de minister dat zelfbenoemde China-experts de onderliggende fundamenten van de Chinese economie onderschatten. “Er zitten veel mensen in New York, London of in een andere stad ver weg van China, die zichzelf hebben uitgeroepen tot China-expert. Ik denk echter dat ik als Australische minister van Financiën een stuk beter geïnformeerd ben dan veel van die ‘experts’. China is de belangrijkste handelspartner van Australië, dus ik heb enorm veel informatie uit eerste hand tot mijn beschikking.”
Geen valutaoorlog
Hockey heeft geen moeite met de devaluatie van de yuan. Het is volgens hem begrijpelijk dat Peking de Chinese economie wil stimuleren. “Eerlijk gezegd zie ik geen valutaoorlog”, aldus Hockey. “Vanzelfsprekend zullen beleidsbepalers in China van tijd tot tijd beslissingen nemen die gunstig zijn voor de Chinese economie. Ik begrijp dat, en ik ben ervan overtuigd dat de maatregelen hun vruchten gaan afwerpen.”
Centrale bank
De minister heeft ook nog een wijze raad voor beleggers: “Het is niet de taak van centrale bankiers om te reageren op volatiliteit in de aandelenmarkten. Het is de taak van beleggers om door de onrust heen te kijken en op zoek te gaan naar de fundamenten. Zelf ben ik veel positiever over de wereldwijde economie dan ik sinds lange tijd geweest ben.”