Beleggers en investeerders hebben een goed beursjaar achter de rug, de S&P 500 steeg bijna met 30 procent de afgelopen 12 maanden. Maar toch zullen beleggers zich ongemakkelijk hebben gevoeld omdat het een vrij atypisch beursjaar was met ongewone beursmaanden. De beurzen hebben dit jaar geen rekening gehouden met ‘seizoenen’.
Hoewel dit beursjaar uitzonderlijk goed was, en beleggers dus flinke rendementen hebben gehaald, is er toch iets apart aan de manier waarop aandelen zijn gestegen dit jaar. De traditionele patronen werden niet gevolgd en dat moet vreemd zijn geweest voor beleggers.
Historisch gezien zijn de maanden januari, februari en juni niet zo een goede beursmaanden om rendement te halen, dat blijkt alleszins uit een rapport van Bespoke Investment Group. Dit jaar waren deze maanden echter de beste maanden van heel het beursjaar.
Atypisch
Een andere ‘vreemde’ maand was september. Uit historische gegevens blijkt dat deze maand van 1980 tot 2018 altijd negatief is geweest. Maar niet dit jaar, want toen wist de S&P 500 met 1,72 procent te stijgen. De maand die zich wel gedroeg zoals men had verwacht, was de maand mei. Toen ging de S&P 500 met 6,58 procent onderuit door de escalatie in de handelsoorlog.
2019 was atypical for seasonality as most sectors blew their average performance out of the water and monthly patterns looked quite different.
Een mogelijke oorzaak voor de divergentie die jaar, zou te maken kunnen hebben met de sterke maand januari. In januari veerden aandelen op na een zwakke maand december in 2018. Wat ook een belangrijke rol heeft gespeeld dit jaar, zijn de renteverlagingen van de Federal Reserve.
Bronnen: CNBC
Foto: Pixnio