Een studie van de Queen Mary University van Londen heeft geleid tot verrassende resultaten. Zo blijkt uit dit onderzoek dat armere mensen meer geld weggeven dan rijkere mensen. En dat is toch wel opvallend te noemen aangezien we al snel geneigd zijn om te stellen dat deze trend juist andersom zou zijn.

De onderzoekers van de Queen Mary University van Londen creëerden een zogenaamd ‘economisch spel’ waarbij mensen werden bestempeld als ‘lagere klasse’ of ‘hogere klasse’. De toewijzing werd bepaald op het gebied van sociale, economische en educatieve prestaties. Vervolgens werd gevraagd hoeveel geld ze wilden stoppen in een groepspot, die later zou worden besteed ten behoeve van alle mensen. Daarbij bleek uit het onderzoek dat de personen uit de ‘lagere klasse’ altijd meer geld hebben bijgedragen aan deze gezamenlijke pot.

“Rijkere mensen houden liever controle over hun geld”

Daarnaast werd in het sociale experiment twee soorten (fictief) geld gebruikt: een deel ervan was geld dat ze zelf hadden verdiend, terwijl een deel geld was dat ze bij toeval hadden gekregen. De personen uit de ‘hogere klasse’ gaven minder vaak geld weg dat ze zelf hadden ‘verdiend’, terwijl het voor mensen uit de ‘lagere klasse’ niet uitmaakte.

Volgens Magda Osman, hoofdauteur van het rapport, was de groep uit de ‘hogere klasse’ terughoudend om het geld weg te geven dat ze hadden verdiend omdat ze meer controle wilde hebben over het geld dat ze hadden verdiend.

Voor Arthur Brooks, auteur van het boek ‘Who Really Cares: The Surprising Truth about Compassionate Conservatism’, waren deze onderzoeksresultaten niet verrassend. Hij liet al eerder weten dat mensen met een laag inkomen gemiddeld 4 tot 5 procent van hun inkomen weggeven. Bij de rijken ligt dit tussen de 3 en 4 procent.