Het jongste cijfer uit China was een tegenvaller. De flash Markit/HSBC PMI zakte terug tot 49,6 over januari. En een waarde onder de 50 duidt op contractie. Dat is de markt niet gewend van China. Hoeveel belang moeten beleggers hieraan toekennen? Het gaat in China op dit moment allemaal een tandje lager. Dat werd eens temeer duidelijk toen de Markit/HSBC PMI (jan.) uitkwam: een waarde van slechts 49,6 versus nog 50,5 over december vorig jaar. Het gehele rapport vindt u hier. Dat is nog niet het definitieve cijfer, wat op 30 januari naar buiten komt. Het indicatieve cijfer van 49,6 voor de PMI is wel een teleurstelling en bevindt zich op het laagste punt van de laatste zes maanden. De markt rekende vooraf op een waarde van 50,3. De Manufacturing Output Index over januari viel met 51,3 dan weer niet tegen (dec. was 51,4). Een deel van een verklaring kan gevonden worden in het feit dat de gemeten periode tussen twee belangrijke feestperiodes viel, hetgeen een drukkend effect heeft gehad. Maar HSBC’s Frederic Neumann, MD & Co-Head of Asian Economics Research, verwacht niet dat de Chinese economie na de feestperiodes een sterke rebound zal laten zien. Stijgende rentes en een overheid die op ‘agressieve wijze hervormingen nastreeft en doorvoert’ gooien volgens hem roet in het eten.
China: export blijft achter
De lichte krimp van de PMI is des te opvallender omdat de groei in zowel de VS als Europa wat lijkt aan te trekken. Daar zou China middels de export van moeten kunnen profiteren. De export van nieuwe orders (49,8) nam, samen met het aantal banen, juist af over januari. Volgens Neumann weerspiegelt dat deels de afgenomen concurrentiepositie van China. Aangezien de productie bestemd voor de binnenlandse markt ook nog niet echt lekker op gang komt, wacht de Chinese machthebbers een pittige uitdaging. Bill Adams, senior international economist voor PNC Financial Services Group, neemt een licht andere houding aan. Volgens Adams is het niet verstandig al teveel waarde te hechten aan het cijfer. Hij stelt dat de Chinese economie zo zijn eigen nukken kent en dat dit wel eens leidt tot afwijkende cijfers zonder dat er aanwijzingen zijn dat de onderliggende trend gewijzigd is. Wel rekent ook Adams op een teruglopende groei van de binnenlandse vraag door stijgende rentes en een (opgelegde) beperking van de kredietgroei. Enige voorzichtigheid is volgens Adams geboden, angst voor zware tegenvallers hoeft er niet te zijn. Het GROEIMARKTEN Rapport bevat ook tal van Chinese aandelen voor beleggers op zoek naar groei en kansrijke aandelen