Beleggers moeten echter altijd een stuk zekerheid inbouwen. En dat doe je door waarde te kopen, wars van alle marktomstandigheden. Als je vandaag op zoek gaat naar ‘value’, dan kom je al heel snel uit bij de groeimarkten. Dit beurssegment is al jaren ondergesneeuwd. Volledig onterecht. Want als je ergens de echte koopjes kan doen, wars van alle heisa, dan is het wel in de groeimarkten. Daar is het immers muisstil geworden. Je kan er een speld horen vallen, in de financiële wandelgangen. Zo leeg als een woestijn, aldus de analisten van Slim Beleggen.

Het valt ook meteen op als je de ultieme graadmeter voor waarde erop loslaat: de marktkapitalisatie versus het bbp (MC/GDP). Het is de ultieme value-barometer met een goede reden, want de godfather van value-beleggen – Warren Buffett – gebruikt hem veelvuldig.

Nu moeten we hier meteen een opmerking bij maken. Meestal lees je in de financiële media dat een laag percentage voor de MC/GDP gelijk staat aan koopjes. Dat is niet zo.

Je moet dit altijd in perspectief bekijken. Namelijk: hoe staat het huidige percentage in functie van de historische bandbreedte?

Een hoge MC/GDP hoeft niet meteen duur te zijn, en een lage MC/GDP hoeft niet per se goedkoop te zijn.

We geven u enkele voorbeelden…

Amerika heeft vandaag een MC/GDP van 145%. Dat lijkt in eerste instantie duur. En dat is het ook: historisch gezien was de laagste notering 35% en de hoogste 149%. Amerika noteert dicht bij z’n historisch duurste waardering.

Australië noteert vandaag op 115%. Je zou in eerste instantie ook zeggen dat dit duur is, maar bij nader inzicht valt het vanuit historisch perspectief wel mee. De goedkoopste verhouding van 94% en de duurste 229%. Australië is in dit opzicht eerder goedkoop.

Andersom zou je zeggen dat Duitsland met 50% vandaag niet duur is, maar dat is het echter wel, als je vanuit historisch oogpunt kijkt: het goedkoopst was Duitsland aan 13%, terwijl de duurste waardering op 58% stond. Duitsland is daarom erg duur vandaag.

Italië staat in eerste opzicht erg goedkoop met 14%, en dat blijkt ook zo te zijn: een dieptepunt stond op 10%, terwijl de top eerder rond 45% circuleerde.

Groeilanden goedkoopste landen voor beleggers

Europa geeft dus een wisselvallig beeld, terwijl Amerika erg duur is. Enkel de groeimarkten zijn over de gehele lijn goedkoop.

We hebben de volgende tabel voor u:

Hierboven ziet u de grootste landen op vlak van het bruto binnenlands product.

Er staan 7 groeilanden (groen accent) tussen, en stuk voor stuk noteren ze vanuit historisch opzicht erg goedkoop. Dat kan u zien aan de hand van de huidige MC/GDP (kolom 3) ten opzichte van de historisch laagste (kolom 4) en historisch hoogste (kolom 5) waardering.

Als we dan de groeilanden op een rij zetten, dan spant China de kroon met de goedkoopste waardering OOIT.

Bron: Gratis Nieuwsbrief Slim Beleggen

Foto Credit: iStock