Nee, een reden om te panikeren voor de Chinese economie is er in feite niet. De meest recente gepubliceerde indicatoren wijzen weliswaar op een verzwakking maar dramatische vormen hoeft die niet aan te nemen. Het Gross Domestic Product of GDP kan blijven groeien aan een tempo van ongeveer 7.5 procent. Maar de data liegen er niet om. Het geld dat naar de Chinese economie vloeide bevond zich vorige maand op een dieptepunt voor de afgelopen 6 jaar. Sommige waarnemers vinden dat niet eens zo erg want op deze manier wordt het probleem van de overinvesteringen in sommige sectoren grotendeels weggewerkt. Een van die investeringen is de vastgoedmarkt waarvan het aandeel in de totale economie eigenlijk nog steeds veel te groot is. De bouw en aanverwanten is namelijk goed voor 15 procent van de op 1 na grootste economie in de wereld. En die bouw blijkt wel degelijk met een aantal problemen te worden geconfronteerd.
De Chinese overheid kan de economie helpen
Voor Chen Dongqi, deputy chief bij de think-tank Academy of Macroeconomics Research, staat het als een paal boven water dat een daling van de geldhoeveelheid die naar de economie vloeit onvermijdelijk negatieve economische gevolgen zal hebben, hoewel die pas op langere termijn zichtbaar zullen worden. Dongi, die werkt voor een staatsorganisatie, gelooft dat de Chinese centrale bank op een bepaald moment gedwongen zal worden om de rente te verlagen en om reserve requirement ratio naar omlaag te duwen. Op die manier zal de economie weer meer ademruimte krijgen en zal de groei weer aantrekken. Of met andere woorden; de Chinese overheid zal tijdig ingrijpen en niet toelaten dat de economie te ver weg zakt. Dat betekent dat de Chinese beurs, ondanks alle negatieve berichtgeving er rond, toch altijd wel een 2de blik waard is. Investeren in China hoeft dus niet bij voorbaat ontraden worden, wel integendeel.