Jan Loeys, head of global asset allocation bij JPMorgan, merkt op dat de april correctie op de markten is begonnen omdat de grote investeerders zowat allen dezelfde strategie volgden. Ze deden met andere woorden hetzelfde toen de beurskoersen stegen en bleven daarin voldharden toen de beurskoersen daalden. Met de gekende gevolgen. De aangehouden posities waren bij zowat elke institutionele beheerder in grote lijnen dezelfde: long equities, overweight small caps, overweight tech, underweight emerging markets en short duration. Een typische vorm van kuddegedrag dat werd afgestraft zodra de koersen gingen dalen. Maar Loeys maakt zich toch niet echt ongerust en wel om de volgende reden. De recente sell-off miste een brede basis en ook de neveneffecten waren verwaarloosbaar. Die neveneffecten waren zeker opgetreden wanneer er een fundamentele reden voor de koersval was geweest. Die fundamentele reden was er dus eigenlijk niet.
Sommige aandelen zijn nog steeds stevig gewaardeerd
Dat blijkt uit het feit dat de koers van de dollar niet is begonnen te stijgen, dat de krediet- en swapspreads niet zijn toegenomen en dat de emerging markets blijven underperformen. Dat zou niet het geval zijn geweest wanneer er iets ernstigs aan de hand was. Niet dus, de correctie was er eentje van de gewone soort. Maar toch blijven er een paar factoren die aanleiding geven tot een verhoogde waakzaamheid. Zelfs na de recente correctie zijn sommige aandelen nog altijd stevig gewaardeerd tegen de achtergrond van een mogelijke terugval in de bedrijfsresultaten, een scenario dat geenszins uitgesloten mag worden. David Bianco, chief U.S. equity strategist bij Deutsche Bank, is van mening dat de S&P 500 price-to-earnings aan de royale kant is, zeker wanneer rekening wordt gehouden met de aandelen buiten de mega-caps en met het feit dat ook de lage rente de beurskoersen op een eigenlijk kunstmatige manier blijven ondersteunen. Ontdek de beste aandelen om in te investeren – Download het rapport