De Europese centrale bank wil er echt alles aan doen om langdurige deflatie tegen te gaan. Tenminste, dat liet Mario Draghi vandaag tijdens een toespraak weten. De president van de ECB moet niets van deflatie hebben en daarom wil hij eventueel extra stimuleringsinstrumenten gaan inzetten om deze deflatie tegen te gaan. Al deze maatregelen zouden er voor moeten zorgen dat de Europese economie weer aan de gang komt en dat vooral de prijzen weer omhoog gaan. Net zoals de Fed, streeft de ECB ook naar een inflatiepercentage van rond de 2 procent. Vandaag werd ook bekend dat de Eurozone inflatie over de afgelopen maand is uitgekomen op -0,1%. Technisch gezien heeft de Eurozone dus op dit moment te maken met deflatie. De reden van deze prijsdaling is voor een groot deel te wijten aan de lage brandstofprijzen. De dalende olieprijs heeft er voor gezorgd dat de prijzen aan de pomp een stuk lager zijn geworden en dit heeft uiteraard ook gevolgen voor de inflatie.
De Eurozone heeft technisch gezien te maken met deflatie
De Europese beleggers reageerden in ieder geval positief op de woorden van Draghi. Zo sloten de Europese beurzen vandaag een stuk hoger. Vanuit meerdere Europese landen hebben we echter de afgelopen maanden kritische noten mogen horen over het beleid zoals die door de ECB gevoerd wordt. Zo zou Duitsland bijvoorbeeld liever strenge hervormingen zien, in plaats van de geldkraan open te draaien. Deze critici lijken nu gelijk te krijgen. Want ondanks het ruime monetaire beleid van de Europese centrale bank, is het nog niet gelukt om de inflatie naar een hoger niveau te tillen. Vanuit dat oogpunt is het daarom ook maar de vraag of verdere stimuleringsmaatregelen wel het gewenste effect gaan opleveren. Draghi houdt daar echter nog steeds vertrouwen in.