Het deflatiespook doemde vandaag wederom op in Europa. De consumentenprijzen over januari stegen met slechts 0,7 procent in de Eurozone en dat is een tegenvaller. Wordt het tijd voor de ECB om wakker te worden en actie te ondernemen? De Eurozone worstelt nog altijd met deflationaire druk, zoveel werd vandaag eens temeer duidelijk. De consumentenprijzen stegen over januari met slechts 0,7 procent. Wellicht een meevaller voor de gemiddelde consument, maar de financiële markten zijn absoluut niet blij met het almaar terugkerende deflatiespook. Economen rekenden vooraf op een stijging met 0,9 procent, ook al niet bijster hoog, maar het officiële cijfer komt daar dus nog ruimschoots onder, binnen de Eurozone althans. De druk op de ECB neemt daarom toe om actie te ondernemen. Bedenk, het laatste waar de Eurozone nu op zit te wachten gezien de tot gevaarlijke hoogtes gestegen schuldenberg, is deflatie.
Deflatiespook hardnekkig
De angst voor deflatie staat al sinds oktober vorig jaar op de agenda van de Eurozone, toen de consumentenprijzen ook met slechts 0,7 procent stegen. Ook afgelopen december liet slechts een stijging optekenen van 0,8 procent. De ECB komt donderdag 6 februari voor haar maandelijkse bijeenkomt samen, en steeds meer economen verwachten nutoch stappen van de Europese centrale bank, hoewel Draghi meermalen publiekelijk heeft laten weten ‘zich geen zorgen te maken over het deflatiespook.’ Tegelijk sprak hij daar overigens wél de bereidheid uit om passende maatregelen te nemen indien de cijfers dat vereisen. Capital Economics‘ Chief European Economist Jonathan Loynes verwacht dat de ‘ECB volgende week wellicht volgende week al actie moét ondernemen gezien de (te) lage inflatie en de aanhoudend hoge werkloosheid (ruim 12 procent) binnen de Eurozone. Daar komt nog bij dat de euro er verrassend sterk bij blijft liggen versus een aantal andere valuta’s zoals de Amerikaanse dollar, en dat helpt ook niet mee. Howard Archer, chief European economist bij IHS Global Insight, sprak in een rapport van ‘zorgelijk nieuws voor de ECB.’ Hij ziet daarom wel kans op een kleine rentestap, de herfinancieringsrente richting de 0,10-0,15 procent bijvoorbeeld. Toch viel er wel een pluspuntje waar te nemen: de werkloosheid in de Eurozone loopt niet verder op, maar stabiliseert op 12 procent. Dat is uiteraard veel te hoog, maar dat het niet verder oploopt, is gunstig. Landen als Spanje en Griekenland hebben op dat vlak véél te doen: de jeugdwerkloosheid ligt daar op respectievelijk (afgerond) 54 en 60 procent. De jeugdwerkloosheid binnen de gehele Eurozone bedraagt op dit moment 23,8 procent. Donderdag 6 februari weten we of de ECB de tijd al rijp acht om in actie te komen om het deflatiespook te lijf te gaan. Wilt u snel op de hoogte worden gebracht van de jongste, relevante informatie? Volg ons dan op TWITTER net zoals circa 12.500 andere beleggers