We leven weer volop in tijden waar onze munten worden gedevalueerd om de overheidsschulden weg te werken. Quantitative Easing, of het opkopen van overheidsobligaties via de creatie van vers ‘gedrukte’ euro’s of dollars, doet bij velen de wenkbrauwen fronsen. De bevolking vraagt zich af waarom men hun koopkracht moet inleveren om de (schuld)problemen van de overheden op te lossen. Maar het ‘printen’ van geld om de schulden op te vangen is een fenomeen van alle tijden. Het komt telkens opnieuw terug in de geschiedenis omdat het de gemakkelijkste manier is voor de leidinggevende machten om de problemen snel op te lossen en voor zich uit te schuiven. Maar de problemen komen natuurlijk weer terug, en meestal nog wat harder en sneller als voorheen, met alle gevolgen van dien. Devaluatie biedt op de lange termijn dan ook geen oplossing, maar heeft in het verleden steeds het einde ingeluid van de voorgaande imperiums. De huidige monetaire leiders doen er dus goed aan om hun geschiedenisboeken er eens bij te nemen, want de huidige aanpak voorspelt alvast een weinig hoopvolle toekomst voor het machtige Westen. Zelfs het machtige Romeinse Rijk, in 55 VC, greep uiteindelijk naar de oplossing van devaluatie om haar schuldproblemen op te lossen. De hoeveelheid zilver in z’n munt nam jaar-over-jaar af (zie onderstaande grafiek van Clusterstock), wat mede aan de basis lag voor de ondergang van het roemrijke en machtige imperium.