In de westerse wereld (en ook in China) doet de dienstensector het vrij aardig. Een hele resem indicatoren tonen dit aan. De industriesector daarentegen ligt op apegapen. Hoe valt dit verschil te verklaren?
Overdracht van vermogen
Over het algemeen reflecteert de dienstensector (gezondheidszorg, financiële dienstverlening, retail, IT…) de binnenlandse vraag van de consument. En de westerse consument mag de laatste jaren niet klagen. De stimulansen vliegen hem om de oren. Ten eerste heeft het soepele beleid van de centrale banken de kost van kredieten flink doen dalen. Ten tweede is de olieprijs met twee derden teruggevallen en zijn de prijzen van andere grondstoffen ook flink gedaald. Hierdoor is er een enorme transfer ontstaan van de (olie)producerende landen naar de westerse landen. De westerse consument heeft dus extra koopkracht.
Recessie
De westerse industrie daarentegen zit in een recessie. De terugval van de wereldwijde groei en de forse terugval van de export zijn hier verantwoordelijk voor. Het vertrouwen heeft daardoor een knauw gekregen waardoor er minder wordt geïnvesteerd. Daarnaast zijn er minder jobs door innovatie en automatisering. Het divergentie is duidelijk te zien op de grafiek: blauwe lijn is ISM-index voor de dienstensector en rode lijn die van de industrie. En de dienstensector is in de westerse wereld veel belangrijker dan de industrie. In de VS is de dienstensector goed voor twee derden van de totale economie en in de Europese Unie is ze zelfs goed voor 75% terwijl de industrie daarentegen zowel in de VS als in Europa goed is voor 15% van het BBP. Zolang de dienstensector het goed blijft doen, is er geen vuiltje aan de lucht.