Kim-Jong-un De oorlogszuchtige taal die Noord-Korea al enkele maanden spreekt werd tot dusver niet erg au serieux genomen. Van de Noord-Koreanen is al langer geweten dat het rare jongens zijn, tot alles en nog wat in staat. Ze tonen wel hun spierballen, maar hebben tot dusver eigenlijk nog geen vlieg kwaad gedaan. Alleszins de laatste 50 jaar niet. Maar sinds het land een atoommacht is geworden, moet de situatie toch enigszins anders ingeschat worden. Gisterenavond verklaarde het officiële persagentschap van het land dat het leger toestemming heeft gekregen om een atoomaanval op de US uit te voeren. Daarmee wordt uiteraard niet het grondgebied van de US zelf bedoeld maar wel Amerikaanse basissen in de wijde omgeving. Bijvoorbeeld ook in Japan. Of de Noord-Koreanen de daad bij het woord zullen voegen valt te betwijfelen. Men weet echter maar nooit. Oorlogsretoriek weegt op de beurs van Wall Street De oorlogsretoriek van de Noord-Koreanen ging woensdagavond echter op de beurs van Wall Street wegen. De tail-risks nemen namelijk opnieuw toe en dat op een moment dat de wereld al niet echt een superveilige plek kan worden genoemd. De investeerders namen dan ook het zekere voor het onzekere en haalden wat geld van tafel. U.S. Defense Secretary Chuck Hagel poogde de investeerders gerust te stellen door te verklaren al het mogelijke te zullen doen om een escalatie van het conflict te vermijden. Hagel gaf echter toe dat Noord-Korea wel degelijk een reëel gevaar vormt. Hij beloofde samen te werken met de Chinezen, wat toch een zekere vorm van geruststelling gaf.