Deze morgen steeds de rente op Belgische staatsobligaties met 4 bps tot boven 3,5%. Volgens de Standaard: “De combinatie van politieke onzekerheid en onze hoge staatsschuld brengen ons land in het vizier van de financiële markten.” De rente op Duits staatspapier daalde daarentegen met 2 bps tot 2,54%. Via de Standaard:

De Belgische tienjaarsrente stijgt op de middag met 4 basispunten tot 3,53 procent. Dat is opmerkelijk, want in de meeste andere Europese landen boeken de lokale overheidsobligaties wel winst. Dat komt doordat heel wat beleggers van de volatiele aandelenbeurs wegvluchten naar de meer stabiele obligatiemarkt. Die ‘vlucht naar veiligheid’ duwt de Duitse tienjaarsrente 2 basispunten lager tot 2,54 procent. De Belgische staat moet op dit moment dus zowat een vol procentpunt meer rente betalen dan de Duitse om geld te lenen op de kapitaalmarkt. Dat renteverschil, de zogenaamde ‘spread’, is een uiting van het extra risico dat beleggers waarnemen in Belgisch schuldpapier. De Belgisch-Duitse spread staat nu op het hoogste peil sinds maart 2009. Toen piekte de risicoaversie van de beleggers ook, omdat ze vreesden voor een nieuwe bankencrisis en een zware economische depressie. Steeds meer waarnemers vrezen dat beleggers België nog meer in de tang zullen nemen. De invloedrijke Britse zakenkrant Financial Times wijdt maandag een uitgebreid artikel aan België onder de niet mis te verstane titel “Political inertia complicates Belgian debt fears“. Een nieuwe fase van immobilisme na de verkiezingen dreigt van ons land het ‘Griekenland van het noorden’ te maken, aldus de krant. De combinatie van de onzekerheid door de verkiezingen van 13 juni en de hoge staatsschuld (99 procent van het Belgisch bbp) kan de Belgische lange rente nog hoger duwen, luidt het. Dat betekent dat het nog duurder kan worden voor ons land om te lenen op de financiële markten. Vorige week steeg de Belgische tienjaarsrente al fors, van 3,15 procent naar 3,50 procent. Veiling De Schatkist veilde vandaag tussen 2,2 en 3,2 miljard euro aan Belgisch staatspapier met een looptijd van twee, zes en tien jaar. Uit de resultaten van de veiling blijkt dat er vooral vraag was naar het kortlopende papier van twee jaar. Daar was de vraag ruim drie keer groter dan het aanbod. Het  gemiddelde rendement op dit papier bedraagt 0,928%. De langere looptijden hadden minder succes. De obligatie op tien jaar werd slechts 1,4 keer overschreven en biedt een rendement van 3,52%. Het zesjarige papier werd 1,43 keer overschreven en geeft een gemiddeld rendement van 2,83%.