Gisteren bleek al dat economen massaal verwachten dat de ECB het QE-programma binnen 9 maanden gaat verruimen. Vandaag is er een duidelijk signaal vanuit de centrale bank zelf. ECB-vicepresident Vitor Constancio stelt in een interview met Reuters dat de bank genoeg ruimte heeft om het programma uit te breiden, indien nodig. Constancio legt uit dat het QE-programma Europa goed heeft geholpen om de onrust rond Griekenland en China niet te laten escaleren. Het is echter goed mogelijk dat de inflatie komende maanden weer negatief wordt. In dat geval staat de bank klaar om QE uit te breiden in grootte, samenstelling en doorlooptijd.
Veel ruimte voor uitbreiding
De vicepresident van de ECB is van mening dat Europa nog flink wat ruimte heeft in vergelijking met de Fed en de centrale bank van Japan (BOJ): “Het totale bedrag dat we tot nu toe hebben opgekocht vertegenwoordigt 5,3 procent van het BNP van de eurozone. De Fed heeft in de afgelopen jaren een bedrag van bijna 25 procent van het Amerikaanse BNP in de economie gepompt, en de BOJ zelfs 64 procent van het Japanse BNP. En ook de Bank of England loopt met 21 procent van het Britse BNP flink voor op de ECB.” Hij haast er wel bij om te zeggen dat deze vergelijkingen geen maatstaf vormen voor de ECB, maar ‘er is zeker genoeg ruimte om meer te doen, indien nodig’.
Goede resultaten
Constancio benadrukt dat QE tot nu toe goede resultaten heeft opgeleverd: de inflatieverwachtingen zijn verbeterd en banken lenen meer geld uit. Ook zijn de kosten voor een lening gedaald, ondanks de onrust in de financiële markten.
Onafhankelijk van de markten
Hoewel de ECB dus ruimte heeft voor meer ondersteuning, stelt de vicepresident dat de bank zich niet moet laten leiden door de waan van de dag; ondanks dat turbulentie in de markt nu meer aanwezig is dan voorheen. “Monetair beleid moet niet worden gebruikt om de volatiliteit in de markt te managen. Centrale banken moeten onafhankelijk van de markten opereren, en zeker niet de dagelijkse fluctuaties als leidraad hanteren.”