De afgelopen maanden is bekend geworden dat de Amerikaanse economie aan een mooi tempo weet te groeien. De werkloosheid is de afgelopen jaren flink gedaald en dat heeft een positief effect op het consumentenvertrouwen. Het vertrouwen van de Amerikaanse consument beweegt rond een historisch hoogtepunt en dit heeft dan weer effect op de resultaten van de bedrijven. Wanneer de consumenten immers zekerder zijn over hun financiële situatie, dan zullen ze ook meer geld durven uit te geven. Vooral de verkopen van duurzame goederen is de afgelopen jaren flink gestegen. Er zijn echter nog steeds grote verschillen tussen de verschillende Amerikaanse staten. Zo liet econoom Neil Dutta, van Renaissance Macro Research, weten dat de olieprijs een grote invloed heeft op de verschillende Amerikaanse staten. De meeste economen zijn van mening dat de dalende olieprijs een positief effect heeft op de economie. Door de lagere olieprijs stijgt de koopkracht van de burger en dat stimuleert om extra uitgaven te doen. Dutta komt echter tot de conclusie dat de olie-intensieve Amerikaanse staten alleen maar last hebben van de dalende olieprijs. Zijn mening wordt bijgestaan door een grafiek.
Olie-intensieve Amerikaanse staten hebben het lastig
Op de grafiek hierboven kunnen we zien dat de olie-intensieve staten een stuk minder goed weten te presteren dan de andere Amerikaanse staten. Volgens Dutta heeft de dalende olieprijs een groot effect op de resultaten van de oliebedrijven. De dalende winsten zouden er voor zorgen dat de druk op de oliebedrijven toeneemt. Deze bedrijven zouden flink in hun kosten moeten snijden en dit leidt onoverkoombaar tot ontslagen. Het is daarom ook niet vreemd dat de olie-intensieve Amerikaanse staten een stuk minder goed weten te presteren. Maar, volgens Dutta is deze divergentie historisch gezien nooit lang houdbaar.
