Tijdens de afgelopen maanden zijn er meerdere tegenvallende macrocijfers verschenen vanuit de eurozone. Deze economische cijfers maakten pijnlijk duidelijk dat de Europese economie mogelijk haar beste tijd gehad heeft. Of is er licht aan het einde van de tunnel?
Afgelopen donderdag verschenen de PMI-cijfers vanuit de eurozone. Het diensten PMI-cijfer deed vermoeden dat de zwaarste tijd reeds achter de rug ligt. Het diensten PMI-cijfer wist namelijk van 51,2 (januari) te stijgen naar 52,3 (februari). Toch is dat slechts het halve verhaal. De productie PMI-cijfers zagen er namelijk rampzalig uit.
Europese economie zakt verder weg
Voor het eerst sinds 2013 wist het eurozone productie PMI-cijfer weer onder de grens van 50 te duiken (49,2). En dat is behoorlijk slecht nieuws, want een notering onder de 50-lijn impliceert krimp. Het Duitse PMI-cijfer zag er met een stand van 47,6 nog beroerder uit.
Mogelijk verbloemt het diensten PMI-cijfer dus de werkelijke situatie. Volgens de mannen van Macrobond and Nordea is dat het geval, want zij rekenen op een verdere groeivertraging binnen de Europese landsgrenzen. Zo is op de bovenstaande grafiek te zien dat het Zweden nieuwe orders PMI-cijfer normaliter 6 maanden vooruit loopt op het eurozone productie PMI-cijfer.
Mocht die correlatie standhouden, dan betekent dat slecht nieuws voor de eurozone. In dat geval zal het productie PMI-cijfer namelijk tijdens de komende maanden nog verder wegzakken.