De rust is enigszins hersteld bij de Groeimarkten, al is het te vroeg om te stellen dat de storm definitief voorbij is. Wie vooral last heeft van de snoekduik van diverse valuta’s, is het lokale bedrijfsleven. Beleggers maken zich zorgen over de economische onevenwichtigheden van landen als Turkije, Brazilië en Argentinië. En die bezorgdheid is zeker niet misplaatst. Echter, zakenbank Jefferies denkt dat beleggers iets minder zouden moeten focussen op de overheidsschuld van desbetreffende landen, maar meer op schuldenlast van het lokale bedrijfsleven. Het bedrijfsleven van de Groeimarkten is de laatste jaren aardig actief geweest met het uitgeven van bedrijfsobligaties, veel actiever dan met aandelenemissies. En dat baart Jefferies de nodige zorgen. Méér zorgen dan de kans op een overheids default scenario van één of meerdere Groeimarkten.
Groeimarkten: bedrijfsleven heeft flink geleend
Uit cijfers van de Bank for International Settlements (BIS) blijkt dat bedrijven van de Groeimarkten over 2013 voor $336 mrd aan bedrijfsobligaties hebben uitgegeven. Dat was in 2010 nog minder dan de helft ($152 mrd). Daarbij stelt de BIS dat de gemiddelde kredietkwaliteit van de emittenten is verslechterd. >>>Download hier ons Groeimarkten Rapport als u wilt investeren in landen met échte economische groei<<< Een interessant fenomeen: volgens de BIS zijn de overheden va nde Groeimarkten erin geslaagd de fouten uit het verleden niet te herhalen. En dat wil zeggen: geld lenen deden en doen zij vooral in lokale valuta’s. En dat verschilt ten aanzien van het verleden, toen er (vooral) in dollars werd geleend. Als de lokale munt dan onderuit gaat op de valutamarkten tikken die schulden veel zwaarder door. Dat is nu (gelukkig) amper aan de orde. Althans, daar waar het de overheden betreft. Dat geldt niet voor het bedrijfsleven van de Groeimarkten: die hebben wel een verhoogde exposure opgebouwd. En dan doet een dalende Groeimarkten valuta, terwijl de aflossingsverplichtingen in (bijvoorbeeld) Amerikaanse dollars zijn, flink pijn. De BIS wijst erop dat er een gevaar bestaat dat het bedrijfsleven nu alsnog (weer) in lokale valuta’s gaat lenen, om de schulden, vanwege het bereiken van maturity (einde looptijd obligaties) in internationale valuta’s af te lossen. En dat kan weer extra druk zetten op de koersen van de lokale valuta’s.