China hoax

Economen werkten deze week waarschijnlijk met een onderdrukt glimlachje hun Excel-sheetjes met Chinese economische groeicijfers bij. Zo ook Albert Edwards, strateeg bij SocGen. Maar hij beleefde eigenlijk nog meer lol aan de reacties her en der:

Toen ik in de Financial Times een quote las van een econoom die zei: “De Chinese overheid had niet op een perfectere set data kunnen hopen,” heb ik daadwerkelijk liggen brullen van het lachen.

De 7%-hoax

Meer marktvolgers vragen zich openlijk af of de GDP-cijfers wel kloppen. De Economist geeft de Chinese autoriteiten nog wel het voordeel van de twijfel, zoals de meesten. Maar ook zij vermoeden dat de data niet de hele werkelijkheid weergeeft:

Het is allemaal een beetje te mooi om waar te zijn. De Chinese overheid heeft een groeidoelstelling van “rond de 7%” voor dit jaar. En toch lukt het de autoriteiten – voor het tweede kwartaal op rij en ondanks opstapelend bewijs van stress in de industriële sector – om precies die 7% te raken.

De Economist denkt echter niet dat de cijfers helemaal uit de lucht gegrepen zijn, maar alleen gladgestreken. Zo zou China in de beginjaren 2000 juist de groei onderschat hebben om niet teveel in de kijker te lopen. Nu zou China de GDP-deflator gebruiken om op een mooie 7% reële groei uit te komen. Deze deflator is een maat voor inflatie die de statistici gebruiken om van nominaal naar reëel GDP te komen.

De enige manier om van een nominaal GDP van 5,8% naar een reëel GDP van 7% te komen is door de GDP-deflator van -1,1%. Dat zou betekenen dat er in het eerste kwartaal in de brede economie forse deflatie zou zijn geweest. En dat is een nogal bizarre ontwikkeling, aangezien de consumentenprijzen hetzelfde kwartaal met meer dan 1% stegen. Met een accurate deflator zou de groei 1 à 2%-punten lager zijn uitgekomen.

Bij de 7,1% nominale groei van afgelopen kwartaal, waarbij de GDP-deflator op 0,1% uit kwam, zet de Economist daarentegen amper vraagtekens.

Niet meer te vertrouwen

Edwards vertrouwt het echter allemaal niet meer. Het is met name die zonderlinge afwezigheid van volatiliteit in de meeste Chinese economische data, zowel ten opzichte van de verwachtingen als ten opzichte van het vorige cijfer, die Edwards in verbijstering achterlaat. En dat is niet het enige. Edwards:

De Chinezen zwengelden de beurs aan om hun economie te ondersteunen. Toen de beurs inzakte, haalden ze het zware geschut te voorschijn. Tot nu toe hebben beleggers nog niet zoveel oog voor de futiliteit van deze pogingen. Maar centrale planeconomiën en hun financiële markten lopen vroeg of laat onvermijdelijk vast.

En dan heeft de strateeg het niet alleen over China.

Ik heb het ook over de VS, Japan en Europa, waar beleggers vol vertrouwen blijven dat de overheden en hun monetaire verlengstukken, de centrale banken, hen kunnen redden. Ik zou dat graag willen geloven…

 

<<< Activeer nu uw LEVENSLANGE korting op Slimbeleggen! >>>